[Purmerent, Suitbertus]
PURMERENT (Suitbertus), tweelingbroeder van Petrus, die voorgaat, geb. te 's Gravenhage 4 Dec. 1587, overl. te Delft 3 Febr. 1650, zoon van Henricus Petrus, advocaat. Beide broeders, zeer op elkander gelijkend, ook in karakter, omgang, aanleg en studie, werden priester. Zij waren beiden naar Keulen gezonden om de lagere en hoogere studies te voltooien met den graad van licentiaat. Suitbertus werd door den bestuurder der hollandsche missie naar Delft gezonden als medehelper van pastoor Stalpaert 1612, en 1615 tot rector van het begijnhof benoemd. Hij stichtte een tweede kerkje op het begijnhof ter eere van Sint Hippolytus, waarvan hij pastoor werd. In 1643 moest hij wegens de vervolging uitwijken, doch nadat een boete en handzalving de oogen hadden doen luiken, verrichtte hij weder zijn diensten en priesterlijken arbeid als voorheen. 1647 werd hij tot eersten en voornaamsten pastoor van Delft benoemd. Hij gaf den begijnen een nieuw opgestelden regel, door den apost.- vicarius Rovenius 16 Sept. 1637 goedgekeurd. Deze had hem ook 3 Mrt. 1623 tot kanunnik van Sint Pieter benoemd. S. Purmerent komt ook voor op de lijst der priesters die den Augustinus van Jansenius goedkeurden, 1643. Hij was ook aartspriester van Delfland. In het memoriaalboek der delftsche burgemeesters was S. Purmerent opgeteekend als Mr. Sibertus Hendricks, geboortig ‘uyt den Haeghe’.
Zijn geschilderd portret berust nog te Delft op de pastorij der Oud-Katholieken. Een gravure in folio, naar den schilder van Vliet gegraveerd door R. à Persyn, vindt men in Hist. ep. Ultraj. en Batavia Sacra.
Zie: Historia episcop. Ultraj., 405; Batavia Sacra