[Paddenburgh, Gerrit Gijsbert van]
PADDENBURGH (Gerrit Gijsbert van), geb. te Gouda 24 Dec. 1783, overl. op Curaçao 1824.
Zijn loopbaan vóór 1816 is mij niet bekend. In dat jaar kwam hij op Curaçao als landsonderwijzer, zulks op een bezoldiging van ƒ 2000 met toezegging van benoeming als koster, voorzanger en voorlezer bij komende vacature. Het was in een tijd, waarin de gouverneur-generaal omtrent den toestand van het onderwijs rapporteerde: ‘Elk, die maar niets te verdienen had, rigtte een school op, ofschoon hij zelf niet in staat was goed te lezen en te schrijven, en naauwelijks was er één, die den naam van onderwijzer verdiende’. Het ‘Paddenburgsche schoolwezen’ alleen werd van overheidswege gereglementeerd, maar hij klaagt over concurrentie, zelfs van naar Curaçao verbannen misdadigers. Van Paddenburgh kreeg vrijheid om 's morgens vroeg en 's avonds na de schooltijden privaatlessen te geven; zelf noemde hij dat ‘avondcollege’. Hij werd de oprichter van het departement Curaçao van de Maatschappij tot nut van 't algemeen. De schoolcommissie was weinig tevreden over den landsonderwijzer; hij ging zich te buiten aan misbruik van sterken drank, en hieraan zal het wel te wijten zijn, dat hij den klerk, die hem kwam kennisgeven van het besluit van het gouvernement, dat voortaan op 's lands school aan kinderen van onvermogende ouders kosteloos onderwijs zou verstrekt worden, zoo onhebbelijk behandelde, dat de gouverneur-generaal hem schorste, waarop bij Kon. besl. van 28 Juni 1818 zijn ontslag volgde. Van Paddenburgh bleef op Curaço; hij adverteerde in De Curaçaosche Courant van 27 April 1822, dat hij zich aanbeval tot waarneming van alle zaken, welke niet tot de civiele en crimineele justitie behooren. Bekend is zijn naamloos uitgegeven
Beschrijving van het eiland Curaçao en onderhoorige eilanden. Uit onderscheidene stukken, bijdragen en opmerkingen opgemaakt, door een bewoner van dat eiland. Het boekje wierp destijds veel stof op; het gouvernement bemoeide zich er mee en ook de fiscaal, die van Paddenburgh al eerder over een vers in De Cur. Cour. in rechten betrokken had
Zie: Curaçao en onderhoorige eilanden 1816-24; De West-Indische Gids 1927/8; Koloniaal Weekblad 14 en 21 Januari 1926.
de Gaay Fortman