[Meursinge, Albert]
MEURSINGE (Albert), geb. 22 Febr. 1812 te Meppel, overl. te Delft 10 Maart 1850, liet zich 21 Sept. 1830 inschrijven als student aan de hoogeschool te Leiden, waar hij zich onder de hoogleeraren Hamaker en Weijers inzonderheid op de oostersche taal- en letterkunde toelegde. In 1839 verdedigde hij onder den laatste een Specimen e litt. orient. exh. Sojutii librum de interpretibus Korani ex manuscriptis Cod. bibl. Leid., werd hierop honoris causa doctor in de letteren en adjutor interpretis legati Warneriani en hield zich als zoodanig bezig met het catalogiseeren van oostersche codices, een arbeid, dien hij echter niet heeft voltooid. In 1846 vertrok hij als leeraar in de maleische taal naar Delft, waar hij werkzaam bleef tot zijn dood. Van hem verscheen: Maleisch eesboek voor eerstbeginnenden en meergevorderden Leiden 1842): Handboek voor het Mohamedaansche recht, in de Maleische taal, naar oorspronkelijke Maleische en Arabische werken van Mohamedaansche rechtsgeleerden bewerkt (Amst. 1844).
Zie: J. Nat, De studie van de Oostersche talen in Nederland in de 18e en de 19e eeuw (Purmerend 1929), 140.
Wumkes