[Meiners, Eduard]
MEINERS (Eduard), geb. te Emden 22 Juli 1691, aldaar overl. 19 Dec. 1752, liet zich 26 Aug. 1707 inschrijven als student aan de hoogeschool te Leiden, was predikant te Grothusen (1712-16), Westerhusen (1716-17), Weener (1717-23) en Emden (1723-52). Van hem verscheen: Christus alles en in allen (Emden 1724) 2 dln.; Levensbeschrijving van Joh. Everhardi (Emden 1735); Verklaring van den Oostvrieschen Catechismus (Emden 1737); Praktikale godgeleerdheid (Emden 1738); Kerkelijke geschiedenisse van Oostvriesland (Emden 1738) 2 dln.; Jezus der uitverkoornen Geneesmeester (Emden 1740); Verklaring over den Sendbrief aan de Romeinen (Emden 1744) 4 dln.; Schriftuurlike Wegwijzer (Emden 1747, 1753) en Lijkpredicatien over G.H. Swarte en G.C. Rese.
Zijn portret bestaat als prent door P. Schenck.
Zie: P.F. Reershemius, Ostfriesländisches Prediger Denkmahl (Aurich 1796), 518; Tjaden, Gelehrtes Ostfriesland II, 269 v.
Wumkes