M.
[Maas, Jacobus]
MAAS (Jacobus) was deken van Aardenburg van 1456 tot 1460. Hij volgde als zoodanig meester Joannes de Knesselaar op, die 1455 nog een der pastoors was van de St.-Salvatorskerk te Brugge.
Jacobus Maas bekleedde de waardigheid van zegeldrager van het hof te Brugge: ‘Sigillifer curie Brugensis et officiarius Domini’. Hij was in bezit van verschillende vicarijen in het land van Waas, nl. te Rupelmonde, Burcht, Zwijndrecht en Temsche. 1460 was Georgius Blandelin deken van Aardenburg. Een Jacobus Maas komt reeds voor als pastoor van O.L. Vrouwe-kerk te Sluis in 1447.
Zie: Analectes hist. eccl. Belg. XXXIV (1908), 255; XXV (1909), 441, 444; XXXVII (1911), 415, 426, 432, 436, 439.
Fruytier