[Lille, Christiaan Everhard de]
LILLE (Christiaan Everhard de), geb. te 's Gravenhage in 1724 of 1726, overl. 20 Juli 1795, zoon van den cavallerie-officier Willem de L., liet zich 2 Aug. 1741 inschrijven als student aan de hoogeschool te Leiden, ging in krijgsdienst gelijk zijn vader, was vaandrig en tweede luitenant, zonder zijn studie vaarwel te zeggen (opnieuw ingeschreven 25 Aug. 1752) en promoveerde 14 Sept. tot doctor in de geneeskunde op een Disputatio de excessu motus circulatorii. Hij vestigde zich als geneesheer te Zwolle, maar werd in 1756 benoemd tot hoogleeraar in de genees-, ontleed- en heelkunde aan de hoogeschool te Franeker. Hij had die benoeming wellicht te danken aan zijn pas verschenen Tractatus de palpitatione cordis, quem praec. praecisa cordis historia physiologica, cuique pro coronide addita sunt monita quaedam generalia de arteriarum pulsus intermissione (Zwolle 1755). Op 6 Maart 1760 hield hij zijn Oratio inauguralis de mirabili mutuo corporis animique commercio (Franeq. 1760). Hij legde driemaal het rectoraat neder met redevoeringen: De tranquillitate animi, longaevitatis causa praecipua (1762-63); De causis, quae Frisiae proceres moverunt, ut academicum Franequeraneum in ipsis conderent bellorum fluctibus (1773-74); De morte quomodo vivo sapienti sit opstanda (1777-78). Bovendien verschenen: Liber de palpitatione cordis (Zwolle 1755); Physiologicarum animaduersionum secundum ordinem elementorum physiologiae corporis humani Alberti Halleri liber primus (Franeq. 1772). Naar aanleiding van een studententumult 29-30 Oct. 1761, waarbij iemand een
zware kwetssuur opliep, verschenen spotschriften op hem en prof. F.U. Winter. Hij was 29 Juli 1749 gehuwd te Zwolle met Johanna Marcella Metelerkamp (geb. aldaar in 1723 en overl. 1 Juni 1778).
Zie: W.B.S. Boeles, Frieslands hoogeschool en Athenaeum (Leeuw. 1879) II, 539-43, 844; mijn Stads- en Dorpskroniek van Friesland (Leeuw. 1932) I, zie Register.
Wumkes