[Kriekenbeck, Hendrik van (1)]
KRIEKENBECK (Hendrik van) (1). In 1286 blijft hij met 18 andere edellieden borg voor de beloften, gedaan in het huwelijkscontract van Reinald I graaf van Gelder en Margaretha van Vlaanderen. Henricus de Crikenbeck, miles, en zijn zoon Sibertus zijn 17 Jan. 1288 getuigen der echtelieden Reiner en Gertrudis van Tegelen, toen deze het patronaat der kerk van Leuth bij Venlo aan de abdij Grafenthal verkochten. Den 18 Febr. 1288 wijst Hendrik, edelheer van Schinnen, ridder Hendrik van Kriekenbeck de goederen te Hinsbeck toe, welke hij van Hendrik van Welrode gekocht had. De beleening geschiedde ten gunste van ridder Hendrik van Kriekenbeck en diens kinderen, verwekt bij Elisabeth, zuster van Willem heer van Tegelen. Uit dit huwelijk Sibert (die volgt) en Willem, voor 1326 overleden, de vader van Hendrik (2) de Lange, die volgt.
Zie: Staatsarchief Brussel, no. 191; R. Scholten, Das Cistercienserinnen-Kloster Grafenthal oder Vallis Comitis zu Asperden, oorkonde no. 51; L. Henrichs und J. Finken, Geschichte der Herrlichkeit Leuth, 379; Ed. Rosenkrantz, Bijdrage tot de geschiedenis der Graven van Kessel in Maasgouw (1896), 38; Cöln, Hist. Arch. no. 494.
Verzijl