[Koopmans, Jan Adriaan]
KOOPMANS (Jan Adriaan), geb. te Amsterdam 24 April 1825, overl. op huize ‘Klein Doornik’ te Lent 25 Dec. 1900, zoon van Klaas en van Antje Vander. Bestemd voor den handel, begon hij zijn loopbaan ten kantore van de firma F.C. Quien te Amsterdam, was daar werkzaam van 1842 tot 45 (tegelijk met den later zoo beroemden archeoloog Dr. H. Schliemann), bracht toen drie jaar door te Bordeaux en vestigde zich in 1849 te Beverwijk op de hofstede ‘Scheybeeck’ (bekend door Joost v.d. Vondel), destijds aan zijn vader behoorende en later op hem in eigendom overgegaan. Hij was fabrikant, tevens lid der firma Koopmans, Zocher & Co. voor de cultuur van meekrap op zandgrond. Hij was ook lid van den raad der gemeente Beverwijk en later wethouder aldaar. Na de liquidatie der genoemde firma vertoefde hij een paar jaar in N.-Amerika en vestigde zich in 1873 metterwoon te Lent. Hier bracht hij zijn jaren door met de bestudeering der wapenkunde en de beoefening der wapenkunst en zag daarbij het treurig verval, waarin de oude edele herautskunst was geraakt. Ten einde daarin verbetering te brengen, heeft hij geen tijd en moeite ontzien om door het geven van goede voorbeelden in verschillende stijlen en door het schrijven van artikelen daartoe aan te sporen en op te wekken. In 1875 verscheen van zijn hand in de Heraldische Bibliotheek een uitvoerige zeer practische handleiding over Het teekenen en kleuren van wapens, welk artikel thans nog door allen, die zich met de studie der wapenkunde bezighouden, met vrucht wordt geraadpleegd. Bij de tentoonstelling te Arnhem in 1879 had hij, op beperkte schaal, in een afzonderlijk lokaal een collectie van eigen ontwerpen in verschillende stijlen tentoongesteld, waarbij hij ook eenige voordrachten hield. Om zijn verdiensten werd hij door het Koninkl. Geneal. en Herald. Genootschap tot eerelid benoemd. Een zijner
uitnemendste leerlingen, die hem steeds raadpleegde, was de heraldicus J.M. Lion (dl. III, kol. 774).
Koopmans was 2 Aug. 1850 te Nijmegen gehuwd met Johanna Robertina Angelica Stadnitski, geb. ald. 19 Juli 1825, overl. te Lent 13 Jan. 1901, dochter van Pieter en van Engelina Johanna Adriana toe Laer. Uit dit huwelijk sproten 4 zoons en 2 dochters, o.a. Adriaan Johan Rinse Koopmans Stadnitski, assistent-resident van Buitenzorg.
Zie: H.A.M. Roelants Jr., In Memoriam J.A. Koopmans (1901).
Regt