[Kooch, Jacob Pietersz. van de]
KOOCH (Jacob Pietersz. van de), of Cooch, Coog(h), ook kortweg Jacob Pietersz., geb. in 1599, overl. te Koog aan de Zaan 29 Juni 1671. Hij behoorde eerst tot de friesche Doopsgezinden, maar voegde zich na zijn optreden tegen de uitbanning op grond van buitentrouw in hun midden bij de Vlamingen, en werd leeraar te Koog. Tegen zijn voornemen en buiten hem om is een handschrift van hem over deze zaak in druk verschenen als: Veylighe wech ofte raet, om hem in 't bannen ofte veroordeelen niet te vergrypen.... (Amst. 1631-32). Ook heeft zijn vader, doch vergeefs, getracht de verspreiding er van tegen te gaan. In een vergadering van oudsten woorden; ook disputeerde hij met Pieter Janszoon Twisck (zie dl. V, kol. 979 v.). In een brief van hem, dd. 30 Jan. 1661, vermaande hij de Vlamingen dringend tot vrede en eensgezindheid, tot bewaring der liefde vooral in strijdschriften. Nog schreef hij: Vrede basuyn tot verminderinghe vande verschillen, voorgevallen onder de Doopsgesinde tot Amsterdam.... (Amst. 1664). P.(ieter) A.(postool) (zie dl. I, kol. 161 v.) schreef hierop: Antwoort op de soo genoemde Vredebasuijn van Jakob Pietersz van de Coog.... (Amst. 1665).
Over den kerkelijken toestand onder de doopsgezinden aan de Zaan zie men S. Blaupot ten Cate, Gesch. der doopsgez. in Holland enz., I (Amst. 1847), 347 v.
Zie: de Bie en Loosjes, Biogr. woordenboek v. Protest. godgel. in Ned. V, 169; Catalogus der.... bibliotheek der Ver. dpsgez. gem. te Amsterdam (Amst. 1919), 127, 185; J.G. de Hoop Scheffer, Inventaris der archiefstukken, berustende bij de Ver. dpsgez. gem. te Amsterdam (niet in den handel), I, 124 (no. 665, 666), II, 297 (no. 2032); H.C. Rogge, Geschriften betr. de Ned. Herv. Kerk.... (Amst. 1864), 66, 68.
Knipscheer