Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 10

(1937)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen– rechtenstatus


[Idsinga, Jan van] IDSINGA (Jan van), geb. 1 Juni 1670, begr. te Marrum in 1730, werd in 1703 benoemd tot kolonel, daarna tot generaal-majoor in dienst der Vereen. Nederl. en commandeur van de forteressen aan de Schelde. Hij huwde Allegonda (van) Coenders, ged. te Leeuwarden 1 Febr.
[pagina 401]
1671, overl. te Marrum 13 Aug. 1745 op Pongastate. Zij hadden o.a. twee zoons: Gijsbert Arendsma van Idsinga, geb. 20 Aug. 1706, kapitein-ter-zee bij de admiraliteit te Amsterdam, overl. op zijn terugreis uit W.-Indië aan boord van ‘De Burgt van Leyden’ 4 Aug. 1760, begr. te Marrum, waar hij 20 Febr. 1750 gehuwd was met Willemina Eduarda van Burmania, (dochter van Eduard Marcus v.B., geb. te Berlicum 14 Aug. 1729, overl. te Leeuwarden 19 Dec. 1824); zij hadden twee kinderen, die geen nakomelingschap hadden; een daarvan, Johan, volgt. Een broeder van Gijsbert Arendsma v.I. was Harmen Adolf van Idsinga, die als vader wordt vermeld in het hier volgende artikel Jan Coenders v.I. Regt