Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 10
(1937)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen– Auteursrecht onbekend
[pagina 380]
| |
jonge jaren zijn vaderland, om zijn fortuin op zee te zoeken. In 1720 zou hij aan boord van het schip ‘Regt door Zee’ op een reis rond de aarde zijn geweest. Hij geeft daarvan verslag in zijn werkje Stuurmans Zeemeeter (Amst. 1748), maar er zijn bewijzen tegen de echtheid van dat reisverhaal. Wellicht is hij geïnspireerd door de waarnemingen van Mr. Jacob Roggeveen, ter ontdekking van het Zuidland (1721-22). In 1735 maakte hij zijn testament, waarbij de notaris verklaart, dat Pieter Holm was ‘staende op sijn vertrek voor stuurman met het schip genaemt de St. Francisca, gevaert bij Capiteijn Jan Hillekis’. Zijn eerste vrouw was Maria Pool, die hem drie kinderen schonk. Zij overleed in 1734 bij de geboorte van het derde kind. Hij hertrouwde, voor zijn vertrek met de St. Francisca, met Gertruij Brurop, uit welk huwelijk een zoon Jan sproot, die zijn moeder het leven kostte (Mei 1736). Op 1 Juli d.a.v. werd reeds het huwelijk voltrokken met Anna Dionijs, die hem vele jaren later voorging in den dood. Waarschijnlijk heeft hij na het sluiten van het derde huwelijk het zeemansleven vaarwel gezegd en zich in de Korsjessteeg te Amsterdam gevestigd als ‘leermeester in de Zeekonst’ (1737). Op 23 April 1766 verhuisde hij naar Kattegat no. 1, achter de Luthersche Nieuwe kerk, op den hoek van het Groot Hemelrijk, waar het schip ‘Recht door Zee’ uithing. Op 25 Juli 1762 huwde hij voor de vierde maal, nl. met zijn 25-jarige huishoudster Johanna Catharina Keuseker (overl. 26 Nov. 1774), die hem drie kinderen schonk, nl. Anna, Pieter en Elsje. Tot hun voogden benoemde hij en tevens tot executeurs van zijn testament den kerkeraad van de Mennoniten Gemeente der kerk ‘De Zon’. Deze kinderen werden na zijn dood in het doopsgezinde weeshuis opgenomen. Meer dan 500 leerlingen hebben in den loop der jaren Holm's zeevaartschool bezocht en daar hun opleiding genoten in de ‘leere der navigatie’. Zijn drukste jaar was 1762, waarin 36 leerlingen op de banken plaats namen. Verlieten zij de school, dan konden zij in dienst komen als matroos, constabel of kwartiermeester, meestal in de vaart op W.-Indië. Hij werkte mee aan een herdruk van Adriaen Claesz. Hellingwerf' s Groote Hoornse Stuurmanskonst (Amst. 1699), waarvoor hij een aantal vraagstukken opstelde. Zijn werkje Stuurmans Zeemeeter kreeg nieuwe toevoegsels in de jaren 1756, 1759 en 1760. Ook is er nog een uitgave van 1764. Uit zijn berekeningen omtrent den ouderdom der aarde was bekend geworden, dat hij een nieuwe periode in het wereldgebeuren verwachtte, gepaard met velerlei rampen. Nu werd 18 Febr. 1756 te Amsterdam een aardschok gevoeld, die grooten schrik teweegbracht. Hij werd nu genoodzaakt zijn oude berekeningen weer op te nemen, en gaf daarvan de uitkomst in zijn Tijdzifter of Stuurmans Regt Wijsende Compas van Elf Rondens (1764). Hoeveel aan zijn kennis nog ontbrak, ook gezien in het licht van zijn tijd, blijkt uit zijn eigen mededeeling: ‘Zeker konstenaar vertoonde mij op een teijd zijn werk, waarvoor hij mij woude doen geloove dat de Wereld draijende rond liep, maar ik wil bekenne, dat ik hem niet konde verstaan’. Bij de minder ontwikkelden had dan ook zijn werk succes. In verband daarmede moet men beschouwen zijn gedachte om een Zeemeeter te laten snijden op koperen tabaksdoozen, bij wijze van zakalmanak. Vele exemplaren daarvan vindt men in de musea te Leeuwarden, Middelburg, Groningen, Lübeck, Lund, Bordeaux, Rotterdam, Reykjavik, Oslo en Kopenhagen. Op het deksel staat een z.g.n. | |
[pagina 381]
| |
eeuwigdurende kalender. Nog dient vermeld te worden, dat Holm een boekje geschreven heeft over scheepsadministratie, getiteld: Het Boekhouden in 't schip Recht door Zee (Amst. 1761). Zie: Ernst Crone in het tijdschrift De Zee, jaarg. 1928-30, opstellen: Pieter Holm en zijn tabaksdoos; Het gissen van vaart en verheid, het loggen en de tabaksdoos van Pieter Holm; Pieter Holm en zijn Zeevaartschool, met verschillende afbeeldingen der tabaksdoos. Wumkes |
|