[Harinxma Thoe Slooten, jhr. Pieter Edzart van]
HARINXMA THOE SLOOTEN (jhr. Pieter Edzart van), geb. 30 Nov. 1682, overl. te 's Gravenhage 11 Febr. 1708, zoon van jhr. Ernst Mockema v.H. th. Sl. en Tjemck van Scheltema, liet zich 31 Dec. 1694 inschrijven als student aan de franeker hoogeschool, en 8 April 1699 te Groningen, werd door afstand van zijn vader in 1701 grietman van Baarderadeel, met verlof om zich tot voortzetting zijner studiën een paar jaren buiten de grietenij te mogen ophouden, welke zijn vader intusschen als substituut bleef bedienen. Hij bekleedde later verschillende ambten. In 1700, bij het nemen van de resolutie tot invoering van den verbeterden juliaanschen stijl, was hij lid van de Staten van Friesland. Hij overleed, ongehuwd, als lid van de Staten-Generaal zeer onverwacht en werd te Waaxens begraven. Hij beoefende de latijnsche dichtkunst, blijkens een Epigramma in quartam monarchiam Caesaream et Papalem oratione publica ab Academiae Groning. exrectore A. Pagenstechero (Gron. 1699). Verschillende elegieën zijn hem gewijd in de Frisia Nobilis (Leeuwarden 1755), 130, 340-345.
Zijn portret door een onbekend schilder is in de verzameling van Mr. P.A.V. baron van Harinxma thoe Slooten te Leeuwarden.
Zie: H. Baerdt v. Sminia, Nieuwe Naamlijst van grietmannen (Leeuwarden 1837), 236; mijn Paden fen Fynslân (Boalsert 1932) I, 210, 268, 309, 369.
Wumkes