[Gunkel, Friedrich Ludwig]
GUNKEL (Friedrich Ludwig), architect, geb. omstr. 1742 te Krofdorff (Duitschland), als zoon van Johannes Gunckel, overl. 1 Juli 1835 te 's Gravenhage, bijna 93 jaar oud. Vermoedelijk naar Nederland gekomen in 1767, toen prinses Wilhelmina van Pruisen huwde met prins Willem V, kreeg G. nog in datzelfde jaar een paleis te ontwerpen voor den hertog van Nassau Weilburg, gemaal van prinses Caroline. Van het weidsche plan, in den trant der weensche school, kwam slechts een vleugel gedeeltelijk tot uitvoering, de tegenwoordige Koninklijke Schouwburg aan het Korte Voorhout te 's Gravenhage. Den 27sten Juli 1776 machtigden de Staten van Holland en Westfriesland de Gecommitteerde Raden tot vergrooting van het stadhouderlijk kwartier op het Binnenhof, ‘mits in overleg en ten genoege van Zijne Hoogheid’, hen daarbij de beschikking gevende over een som van drie- tot viermaal ƒ 100.000. Ook voor dit paleis, dat 4 Juli 1777 werd aanbesteed, leverde G. de plannen onder medewerking van den controleur-generaal van 's lands fortificatiën, C.J. van der Graaf. Aan G. werd een daggeld toegekend van ƒ 5 en bovendien ƒ 900 voor 180 dagen, die hij besteedde aan het ontwerpen der plannen; verder berekende G. jaarlijks voor vacatiën en verschotten ƒ 1850-ƒ 1880, en dit tot April 1795, toen hem voor het laatst ƒ 1000 werd uitbetaald. Dit gebouw, een der monumentaalste scheppingen onzer 18e eeuwsche bouwkunst, is thans ingericht ten behoeve van de vergaderingen der Tweede Kamer.
Den 7en Maart 1784 trouwde G. te Scheveningen met Catharina Barbara Hück (of Huk), bij wie hij toen reeds twee kinderen had, nl. Carel August (zie over dezen dl. I, kol. 1007) en George Willem (geb. 1780).
In het archief van het Rijksbureau voor de Monumentenzorg bevindt zich van zijn hand een onuitgevoerd grootsch ontwerp voor een nieuw universiteitsgebouw te Leiden, gedateerd 1802.
Zie: W.J.L. Poelmans in Maandblad De Ned. Leeuw XLI (1923), 298; F.A.J. Vermeulen, Handboek t.d. Gesch. der Nederl. bouwkunst III.
Vermeulen