[Brederode, Dirk van (1)]
BREDERODE (Dirk van) (1), bijgenaamd de Goede, overl. in December 1318. Hij was de zoon van Willem (zie art.) en van Hildegond, dochter van Hendrik, heer van Voorne. Toen zijn vader omstreeks 1285 was gestorven, volgde hij hem op als 11e heer van Brederode. In de lijst der heeren van B. wordt hij aangeduid als Dirk IV. Hij is gehuwd met Maria, dochter van Hendrik, heer van Polanen en van der Lecke (dl. II, kol. 793). Uit dit huwelijk zijn voortgekomen 2 zonen en 1 dochter, te weten Willem (1), zie art., Dirk (2), die volgt, en Jutta. Laatstgenoemde trouwde met Jan Persijn, heer van Waterland, en stierf in 1347.
Dirk van B. heeft zich bijzonder door beleid en tact onderscheiden. Onder graaf Floris V heeft hij, gebruik makende van een watervloed in 1285, zonder veel bloedvergieten de Friezen onderworpen. Daarna is hij in 1295 met Jan van Renesse aan het hoofd van een krijgsmacht opgetrokken tegen de Vlamingen. Dirk van B. brandschatte het Land van Cadzand. Na den moord op Floris V is hij naar Engeland gereisd, ten einde Floris' zoon, graaf Jan, met diens gemalin naar Holland te begeleiden. Dirk van B. is op een pelgrimsreis te Reims gestorven en aldaar in de kloosterkerk der Dominicanen begraven. Maria van der Lecke was reeds in 1307 overleden.
Zie: A. Matthaeus, Veteris aevi Analecta, ed. in octavo, II (Lugduni Bat. 1698), 318-322; Bockenberg, Historia et Genealogia Brederodiorum (Lugdunum Bat. 1587), 11-15; P. Voet, Oorspronck, Voortganck ende Daeden der Doorl. Heeren van Brederodc (Utrecht 1656), 50-54; J. Wagenaar, Vaderlandsche Historie III (Amsterdam 1752), 43, 62, 109, 204.
Scholtens