[Borselen, Philips van]
BORSELEN (Philips van), heer van Borselen en Cortgene, geb. omstr. 1380, overl. tusschen 10 Febr. en 15 Juli 1431, zoon van Claes v.B. heer van Cortgene en van Andele Staelinne.
Hij was 15, 16 Juli 1405 knape, toen hij door den graaf werd opgeroepen om met 10 man in den strijd om Hagestein en Everstein te dienen (v. Mieris, IV, 20 noemt hem evenwel ‘heer’ Philips v. Cortgene). Evenzoo 22 Oct. 1405 (met 8 man) voor hetzelfde doel (v. Mieris, IV, 28). In 1412 was hij ridder en wordt in 1413 als heer van Cortgene vermeld dat hij bevestigde. In hetzelfde jaar rentmeester Bewester Schelde, wat hij tot zijn dood is geweest. In 1417 werd hij beleend met de heerlijkheid Borselen bewesten Vijfzoden. 24 Febr. 1418 kreeg hij van vrouwe Jacoba het voorrecht dat zijn ambachten Monster (in Borselen) en Cort-