[Bergsma, Adriaan]
BERGSMA (Adriaan), geb. te Dokkum 9 Aug. 1702, overl. te 's Gravenhage 25 Juli 1780, zoon van den notaris en grootgrondbezitter Pieter Arriens Bergsma en Trijntje Went, liet zich tegelijk met zijn broeder Eiso (geb. te Dokkum 3 Maart 1700, overl. aldaar 6 Juni 1766, die predikant werd te Ee en zijn geboorteplaats), als student inschrijven aan de franeker hoogeschool (1717), waar hij in 1723 bevorderd. werd tot utr. jur. dr. op een Dissertatio de origine, progressu et praecipua testamentorum solennitate apud Romanos usitata. Hij werd advocaat voor den Hove van Friesland, raad en advocaat-fiscaal van Oost-Indië 3 Aug. 1734 en 23 Oct. 1739 admiraal van de retourvloot. Hem werd in 1740 wegens bewezen diensten door de Oost-Indische Compagnie een gouden gedenkpenning vereerd. Hij was daarna burgemeester van Sneek (1770), lid der Gedeputeerde staten van Friesland en voorzitter der Staten-Generaal. Hij huwde Jan. 1737 te Batavia met Margaretha van Berendregt (geb. aldaar 5 Mei 1707, overl. aldaar 30 Dec. 1737), daarna te's Gravenhage 14 Nov. 1741 met Catharina Regina van Bynkershoek, (gedoopt aldaar 22 April 1718, aldaar begraven 6 Nov. 1761).
Zie: Nederland's Patriciaat (1927), 2; Systematische Catalogus der Prov. Bibliotheek van Friesland (Leeuw. 1875) III, 1107; mijn Stads- en Dorpskroniek van Friesland (Leeuw. 1930) I, 257.
Wumkes