[Ankum, C.H. van]
ANKUM (C.H. van), geb. 16 Oct. 1814 te Dalfsen, overl. te Groningen 19 Oct. 1888, stond reeds op 14-jarigen leeftijd in een apotheek te Steenwijk, volgde de lessen van prof. Stratingh en van Hall te Groningen, om 19 Dec. 1835 het examen voor apotheker met gunstig gevolg af te leggen. Het laboratorium der academie en van zijn apotheek, de vergaderingen van het vroegere apothekersgezelschap en van het natuurkundig genootschap van het departement Groningen der Ned. maatsch. t. bevord. der pharmacie waren voortaan getuige van zijn wetenschappelijk streven, dat zoowel in binnenlandsche als buitenlandsche tijdschriften openbaar werd. De holl. maatschappij van wetenschappen benoemde hem tot haar lid, nadat zij hem in 1852 den gouden eerepenning had toegekend voor een prijsantwoord. De regeering gaf hem zitting in allerlei examencommissies en in de commissie voor het ontwerpen der Pharmacopaea Neerlandica. Hij nam de benoeming aan tot lid van den geneesk. raad, maar sloeg een leerstoel voor de pharmacie af. Op 19 Dec. 1885 vierde hij zijn gouden jubileum als apotheker. Van hem verscheen: Scheikundig onderzoek van Nederl. wateren (Haarlem 1854).
Zie: Prov. Gron. Courant, 24 Dec. 1885; J. Vinhuizen, Stads- en Dorpskroniek van Groningen (Bolsward 1935), 433, 454.
Wumkes