ders, verwant was. Het krachtig optreden van de centrale regeering tegen de Hervormden na den beeldenstorm noodzaakte hem in 1567 de wijk te nemen naar Steinfurt. Toen echter in het laatst van 1576 de graaf van Rennenberg, als stadhouder aangesteld door de Algemeene Staten, zijn intocht in Groningen deed, keerde tegelijk Reint Alberda met verschillende andere calvinistische uitgewekenen in de stad terug. Reeds het volgende jaar opnieuw burgemeester, werkte hij er toe mede, dat een aantal ommelander afgevaardigden, die een eigen, van de stad onafhankelijk bestuur hadden ingesteld, door de stadsregeering werd gevangengenomen en pas na ongeveer een jaar weer vrij gelaten. Ook in 1578 fungeerde hij als burgemeester, evenals in 1580; op den derden Maart van laatstgenoemd jaar werd hij echter bij het zgn. verraad van Rennenberg gevangengenomen, terwijl al zijn goederen werden geconfiskeerd. Twee jaar later gelukte het hem te ontvluchten naar Oost-Friesland, waar hij tal van andere groningsche Calvinisten, o.a. zijn schoonvader en zijn zwager Frederik Coenders, aantrof.
Een voorstel, hem in 1587 door den hertog van Parma gedaan, volgens hetwelk hij al zijn goederen terug zou krijgen, mits hij zich aan den spaanschen kant schaarde, wees hij van de hand. Hij overleed te Leer den 14. Februari 1589, nalatende zes kinderen, met wier opvoeding zijn zwager, Frederik Coenders, zich belastte; zijn echtgenoote was reeds in 1583 te Norden gestorven.
Het portret, dat zich op het stadhuis te Groningen bevindt en dat een copie is van een op het huis Ekenstein bij Appingedam aanwezig origineel, stelt niet Reint Alberda, maar Paulus van Beresteyn voor.
Zie: Kroniek van Abel Eppens tho Equart, ed. Feith en Brugmans; Reisjournaal van Jr. Frederik Coenders van Helpen, medegedeeld door H.O. Feith en J.A. Feith in dl. XIV van de Bijdragen en mededeelingen van het Historisch Genootschap te Utrecht; Lijkrede voor Jr. Frederik Coenders van Helpen door Joh. Huninga (Gron. 1618); verder verschillende, niet speciaal aan R.A. gewijde artikelen in de Bijdragen tot de geschiedenis en oudheidkunde inzonderheid van de Provincie Groningen, uitgegeven door Acker Stratingh, Feith en Boeles en in den Groningschen Volksalmanak (Nieuwe Serie).
Werkman