[Ablaing, Willem Matthias d']
ABLAING (Willem Matthias d'), geb. te Batavia 29 Aug. 1851, overl. te Leiden 28 Mei 1889. Na het gymnasium in den Haag bezocht te hebben, werd hij in 1869 ingeschreven als student in de rechten aan de universiteit te Leiden. Ook volgde hij een semester de colleges van prof. Windscheid te Leipzig. In 1877 promoveerde hij te Leiden op een proefschrift over: De zoogenoemde schuldvernieuwing door wissels. Hij vestigde zich daarna aldaar als repetitor. Gedurende de ziekte van prof. J.E. Goudsmit, nam hij diens colleges waar en na diens dood werd hij op 15 April 1882 tot hoogleeraar in het romeinsch recht benoemd. Hij aanvaardde dit ambt met een redevoering: Recht en Wetenschap. Letterkundig en historisch gevormd, was hij een uitnemend beoefenaar van het romeinsch recht. De historisch-philosophische richting was de zijne. Vooral de geschiedenis van het romeinsch recht in de middeleeuwen had hij tot onderwerp zijner studiën gekozen en kostbare codices van de glossatoren uit dien tijd op eigen kosten verworven. Deze handschriften, met zijn aanteekeningen, zijn na zijn dood in het bezit gekomen van de leidsche universiteitsbibliotheek.
Zie: Jaarboek der Rijks-Universiteit te Leiden (1881-82) XXXIII; J.H. Bijdendijk, Willem Matthias d'Ablaing in Almanak van het Leidsche Studentencorps (1890), 431, met portret; W.N. du Rieu, De bibliotheek van