Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 9
(1933)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen– Auteursrecht onbekend
[pagina 1310]
| |
van Sybrand Lubbertz., professor der theologie te Franeker. Hij telde 28 jaren, toen hij in 1614 in het voormalig graafschap Zutphen, te Hengelo en Zelhem tot predikant benoemd werd, waar hij zich met nauwgezetheid van de hem opgedragen Evangeliebediening kweet. Hij verwierf zich daardoor bij zijn kudde en zijn ‘medebedienaren des goddelijken woords’ een ware hoogachting. Met de Katholieken vermeed hij iederen omgang en de priesters waren voor hem een voorwerp van afkeer en deernis. Spoedig werd Z. tot inspector der zutphensche classis benoemd. Maar in 1636 begon een ommekeer in hem plaats te grijpen. In dat jaar werd hij door een besmettelijke ziekte aangetast, waaraan volgens Gerard Vossius (Epist., 269) in Leiden in één week 1500 menschen stierven. In dien toestand, te midden der smarten van dit lichamelijk lijden, begon hij Augustinus en Hieronymus te lezen ‘en - zoo verklaart hij zelf - in het binnenste mijns harten ontstond een groote verandering door vrees en verschrikking, die mij geheel op zij deden stellen de vroegere zekerheid, die ik mij zelven gemaakt had door ijdele inbeelding’. Zijn gewijzigde opvattingvan leer en leven moest groote verandering teweegbrengen in zijn preeken en spreken. Daardoor kwam hij in botsing met den zutphenschen predikant, den Vlaming Willem Baudart. Deze gaf hem, toen Z. ‘op zijn Jezuwiets gepredikt hadde’, een broederlijke vermaning. Na Baudart's dood, was het vooral de predikant Barend Crucius, die tegen Zelhorst ijverde. Tien jaren lang worstelde Z. nog eer hij tot een doortastend besluit kwam en Katholiek werd en met hem zijn geheel gezin. Hij verliet de pastorie van Hengelo, waar hij 31 jaren gewoond had en begaf zich naar het westphaalsche stadje Anholt, de residentie der katholieke vorsten van Salm-Salm, om zich later te Dusseldorp te vestigen, in het gebied der katholiek geworden paltsgraven-aan-den-Rijn, waarhij onder het bestuur van den Jezuïetenvriend Philips Willem in alle veiligheid kon leven. Openlijk zwoer hij het Calvinisme af. Hij schreef zijn bekeeringsgeschiedenis onder den titel: Den catholyckgereformeerden predikant, verthoont de onwederstandelycke redenen, die hem hebben genootsaeckt te keeren tot den H.R. Catholycken gheloove Mathias Zelhorst Geldriënsis, enz. Zijn portret is gegraveerd door Ant. v.d. Goes naar A. van Diepenbeek. Zie: Foppens, Bibl. Belg. I, 89; Studiën Jg. 7; G. Staderman, De overgang van Ds. M.Z. naar de roomsche religie in 1645 en de gevolgen daarvan in Gelre XXXI (1928), 17; Taxandria VII (1900), 228. Kleijntjens |
|