[Wynants, Matthias]
WYNANTS (Matthias), geb. 7 Juni 1643 te Maastricht, overl. 15 Jan. 1709 en begraven in de St. Servatiuskerk in de kapel van St. Christophorus aldaar, stichter van studiebeurzen, zoon van Paulus en Elisabeth Louvrix.
Hij was 16 April 1672 priester gewijd en werd kanunnik van het kapittel van St. Servaas. Hij verkreeg 23 Maart 1676 de prebende van den bekenden musicus Henri Dumont en droeg die 10 Juli 1684 weer over aan Jo. Ser. van den Biessen. Bij testamentaire beschikking van 6 April 1705 en codicil van 6 Jan. 1709 liet Wynants buiten enkele legaten zijn roerende en onroerende goederen na ten behoeve van zekere r.-k. maastrichtsche studenten in de wijsbegeerte aan de hoogeschool van Leuven. Onder de fransche overheersching (1794-1814) werd het beheer der stichting overgedragen van de pastoors-kanunniken van de kerken van St. Catharina en St. Jacob aan het curatorium der latijnsche school (21 Jan. 1805). De jaarlijksche opbrengst bedroeg in dien tijd de som van fr. 3160. De nederlandsche regeering heeft de stichting Wynants hersteld en 6 Sept. 1819 nieuwe bepalingen voor het begeven der beurzen vastgesteld. De leuvensche hoogeschool was intusschen opgeheven en kanunniken-collateurs waren er ook niet meer. Tot bestuurders en begevers werden nu aangewezen de burgemeester van Maastricht, indien deze roomsch-katholiek is, of anders het in rang op hem volgend r.-k. lid van het gemeentebestuur, en de pastoors der twee kerken van St. Matthijs en St. Servaas dezer stad. De jaarlijksche opbrengst der stichting is sindsdien aanzienlijk toegenomen, hetgeen daar vandaan komt, dat in verschillende jaren geen gelegenheid was om het jaarlijksche inkomen ten behoeve van studenten geheel uit te geven, en het is mede toe te schrijven aan het goede en gelukkige beheer der fondsen. De bestuurswisseling ten gevolge van den voornoemden regeeringsmaatregel in 1819, d.i. de overdracht van het beheer door het curatorium der latijnsche school aan de nieuwe bestuurders, heeft 24 Dec. 1819 plaats gehad. De genoemde bepalingen van 1819 voor het begeven der beurzen zijn nadien reeds 12 malen van regeeringswege gewijzigd, laatstelijk op 25 Mei 1925. Tegenwoordig kunnen voor de beurzen in aanmerking komen
studenten van de r.-k. hoogeschool te Leuven, van het seminarie van het bisdom Roermond, van de r.-k. hoogeschool te Nijmegen en van een nederlandsche hoogeschool, waaraan een r.-.k cursus in de wijsbegeerte verbonden is; vervolgens studenten van de r.-k. leergangen in Nederland en van het r.-k. gymnasium of de r.-k. hoogere burgerschool te Maastricht. Het is zeer billijk geweest, dat men in 1911 bij het benamen van nieuwe straten alhier den grooten weldoener der r.-k. studeerende jongelingschap van Maastricht niet heeft vergeten.
Zie: De studiebeurzen in Nederl. Limburg door J. Habets (Venlo 1881); en Publ. soc. Limb. à Maestricht dl. 68 (1932).
Blonden