Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 9

[Wijnaendts, Mr. Willem]

WIJNAENDTS (Mr. Willem), geb. te Delft 30 Jan. 1814, overl. te 's Gravenhage 20 Apr. 1884, was de zoon van M.A. Wijnaendts, die voorgaat, en C.J. Overgaauw Pennis.

Hij studeerde te Leiden, waar hij 6 Aug. 1832 werd ingeschreven en waar hij 19 Nov. 1836 in de rechten promoveerde op een dissertatie getiteld De delictis et quasi-delictis. Hij zette zich als advocaat te Delft neder en werd 5 Apr. 1844 benoemd tot griffier bij het kantongerecht te Oud-Beierland. Hij was daar al spoedig de leider der liberale beweging, die overal om zich heengreep, zoodat er gezegd werd, en waarschijnlijk met grond, dat ⅞ van het nederlandsche volk liberaal was.

Hij werd 2 Juni 1846 tot lid der Provinciale staten van Zuid-Holland gekozen in het kiesdistrict Oud-Beierland en, toen ingevolge de grondwet directe verkiezingen werden ingevoerd, 9 Dec. 1848 tot lid der Tweede Kamer in het district Ridderkerk. Hij hield daardoor op lid der Staten te zijn.

Als Kamerlid had hij een belangrijk deel in de totstandkoming der organieke wetten betreffende staats-, provinciaal en gemeentebestuur.

[p. 1302]

Maar toen ingevolge de kieswet de Tweede Kamer ontbonden was en de gemeenten van den Hoekschen Waard bij het dubbele district Dordrecht gevoegd waren, kwam hij, hoewel daar candidaat gesteld, bij de verkiezing van 27 Aug. 1850 zelfs niet in herstemming, maar werden twee bewoners van Dordrecht gekozen.

Hij werd 14 Mrt. 1852 tot burgemeester van Hillegom benoemd. Op 27 Mrt. 1863 werd hij benoemd tot burgemeester van Gorinchem. Als zoodanig verkreeg hij 10 Sept. 1872 op verzoek eervol ontslag. Hij vestigde zich toen te 's Gravenhage.

Hij huwde 6 Apr. 1837 Johanna Margaretha von Beckerath, geb. 30 Mrt. 1817, die hem overleefde, en bij wie hij behalve 6 jong gestorven kinderen een zoon en 3 dochters had.

Ramaer