Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 9
(1933)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen– Auteursrecht onbekend
[pagina 1294]
| |
16 Nov. 1673. Hij was sinds 4 Febr. 1656 benoemd tot pastoor te Klimmen en officiaal van Valkenburg, toen hij 1657 werd gekozen tot landdeken en door den bisschop bevestigd. Hij was een ijverig en bezorgd herder. Habets, Gesch. bisdom Roermond geeft een uittreksel van zijn testament. Hij bedacht zijn drie neven, die priester waren: Gerardus Wuestenraedt, pastoor te Wilre, erfde zijn boeken en brouwersgereedschap; Adriaan Wuestenraedt, pastoor te Beeringen, zijn gouden kruis en al zijn relikwieën; zijn neef Matthias W. zijn zilveren kelk en misgewaad. Bij de beurzenstichting door Adriaan Wuestenraedt hadden de jongelingen van Klimmen eenige voorkeur. Zie: Habets, Gesch. bisdom Roermond III, 16-17, 321. Fruytier |
|