[Wolbers, Julien]
WOLBERS (Julien), geb. te Heemstede 1819, overl. te Utrecht 1889. In vele opzichten was hij autodidact en van uiterst rechtzinnig-protestantschen huize. Op 37-jarigen leeftijd vestigde hij zich te Utrecht, waar hij zich geheel aan de letteren en wetenschap kon geven. Reeds voor zijn vestiging aldaar was zijn naam bekend geworden door zijn brochures en artikelen in tijdschriften, waarin hij hevig aandrong op
afschaffing der slavernij in onze koloniën met name in West-Indië, onder den indruk van Beecher Stowe's Uncle
Tom's Cabin (1852). Achtereenvolgens gaf hij uit: De slavernij in Suriname, of dezelfde gruwelen der Slavernij, die in de Negerhut geschetst zijn bestaan ook in onze W.I. koloniën (Amst. 1853); De surinaamsche negerslaaf, verhaal van een bezoek op eenige plantages in Suriname (Amst. 1854); Schets van een plan tot aankoop van plantaadjes in Suriname met het doel om de slaven in vrijheid te stellen en vooral als vrije werklieden in hun onderhoud te doen voorzien (Amst. 1857); Adres aan de 2e Kamer der St.-Gen. (Amst. 1858); Neerlands schuld en Neerl. roeping jegens de slaven in Suriname en verdere W.I. bezittingen (Amst. 1857); Adres aan de 2e Kamer der St.-Gen. tegen de bewering v.d. minister v. kol. dat niet zou zijn geschonden het aanhangig kontrakt met de chineesche landverhuizers in Suriname (Amst. 1859); Eenige opmerkingen omtrent het op den 2en Mei 1860 vastgesteld ontwerp ter afschaffing der slavernij in Suriname, voornamelijk in betrekking tol het staatstoezicht over de vrijgemaakte slaven (Utr. 1860). In het inmiddels opgerichte Tijdschrift der Nederl. maatsch. tot afschaffing der slavernij schreef hij zijn Berigten uit Suriname (8e jaarg. 1 Mei 1862).
Ofschoon hij nimmer een voet in Suriname gezet had gaf hij uit: Geschiedenis van Suriname van de ontdekking van Amerika tot op den
tegenw. tijd (Amst. 1859-61), voorzien van een portret van C. van Aerssen van Sommelsdijk en facsimiles. Het boek is vrij onbekend gebleven en de auteur had meer waardeering verdiend: financieel is de uitgave mislukt. Een nauwkeurig onderzoek van verschillende bronnen en een nauwgezet gebruik der archiefstukken in Engeland was voorafgegaan. Het is een van de beste werken, die over dit onderwerp zijn verschenen, al is het hier en daar niet onpartijdig genoeg. Zijn al te geprononceerd christelijke wereldbeschouwing stond hem daarbij te veel in den weg. In 1868 leverde hij ook een Geschiedenis van Java.
Reeds vrij bejaard en lijdende, nam hij de redactie op van De nederlandsche krijgsman, orgaan van den Militairen Bond. Dit blad had tot leuze: alleen het evangelie wijst den weg tot afwending van revolutie en tot verkrijging van reformatie. W. heeft ook veel stoffelijke offers gebracht aan de oprichting en instandhouding van geestverwante bladen.
Ook de nederlandsche werkmansstand vond een warm voorstander zijner belangen in dezen man, die zich op allerlei gebied van christelijke werkzaamheid bewoog. Daar velen van meening waren, dat de arbeiders werden voortgestuwd op een onchristelijken weg, ja geprikkeld tot verzet tegen het Christendom en de door God ingestelde veror-