[Vos, Henricus]
VOS (Henricus), geb. te Amsterdam 11 Aug. 1642, overl. aldaar 5 Nov. 1708. Hij was luthersch predikant te Zwolle sedert 1668, te Leiden sedert 1670, te Amsterdam sedert 27 Oct. 1678. Jac. Velten (zie dit dl., kol. 1182) en Joh. Christophorus Colerus (zie dl. VII, kol. 309) hielden lijkredenen op hem. Ook verscheen na zijn dood een bundel: Ter gedagtenisse van Ds. H. Vos (Amst. 1708) en werden toen gedenkpenningen geslagen.
Hij schreef lijkredenen op Joh. Erasmus Blum (Amst. 1683) (zie dl. IV, kol. 166), op J.G. Hunsler (of Honselaar), predikant te Gouda (1695), op Joh. Boeken (1697) (zie dl. IV, kol. 182) en op Henricus van Born (Amst. 1701, twee drukken) (zie dl. IV, kol. 227). Bovendien: Disputatio de philosophia; Disputatio de bona conscientia; Predikatie over de magt en het geweld des Satans omtrent den mensch (1692) (tegen Volkhard Visscher, zie dit deel, kol. 1213); Paulus' heilige onverschilligheid in leven of in sterven .... (Rott. 1697); Theologia metrica, ofte Godgeleerdheyd .... (Amst. 1699; 2e dr. Gouda 1705; 3e dr. 1707); Alle de voornaemste historien des O. en N. Testaments, verbeeld in konstplaten door Romeijn de Hooge. Met omstandige verklaring der stoffen en seer beknopte puntdigten van den Heer Henricus Vos (Amst. 1704). Hoogstwaarschijnlijk is ook van hem: Kort bewijs en onderrichtinge over de strytvrage .... binnen Amsterdam .... over het recht der stemminge der ledematen door een Liefhebber der Waerheyt (1690). Na zijn dood verscheen nog: Predikatie van de ziele in de hel (Jes. 66:24) (1709; herdr. in 1729 en 1744).
Zijn zoon Johannes Henricus volgt.
Zie: J. Loosjes, Naaml. v. predikanten enz. der Luth. Kerk in Ned. ('s Gravenhage 1925), 347-349; dez., Gesch. der Luth. Kerk in de Ned. ('s Gravenh. 1921), 140, 142 v., 148, 151; F.J. Domela Nieuwenhuis, Gesch. der Amsterd. Luth. gemeente (Amst. 1856), 106, 116 v., 132-139, 142, 147, Bijl., 85, 106-109, 122; J.I. van Doorninck, Bibliotheek v. Ned. anonymen en pseudonymen ('s Gravenh. en Utrecht 1870), kol. 607, no. 5842; Bibliotheca theol. et philos. (Lugd. Bat., Burgersdijk en Niermans 1900), 802 (no. 971).
Knipscheer
Auteursrecht onbekend