[Vladeracken, Christophorus]
VLADERACKEN (Christophorus), geb. omstr. 1520, natuurlijke zoon van Gerard, ridder, heer van Geffen, overl. te 's Hertogenbosch 15 Juli 1601.
Hij bekwaamde zich te Leuven, waar hij in 1545 promoveerde, in de klassieke letteren en werd omstreeks 1551 aangesteld als conrector van het college te Amersfoort. In 1559 ging hij over naar de latijnsche scholen te 's Hertogenbosch, waar hij gedurende 40 jaar onderwijs gaf in de latijnsche, grieksche en hebreeuwsche talen en in de welsprekendheid. De laatste 10 jaar bestuurde hij dit college als rector. In deze functie schreef hij de in 1593 uitgegeven Leges scholae Ducis-Sylviae.
Verder zijn nog van hem verschenen: Apotheosis, sive Carmen funebre in Georgii Macropedii obitum (Antw., G. Silvius, 1565); Enchiridion selectarum precum ('s Hertogenbosch, J.v. Turnhout, 1583); Epitome Dialectices Aug. Hunnaei ('s Hert., J. Scheffers); Polyonyma Ciceroniana, vario indice (Antw., J. Moretus, 1597; hiervan verscheen nog een andere druk in 1610 en 1625); Formulae Ciceronianae, Epistolis conscribendis utilissimae (Antw., Chr. Plantijn, 1586); Flores M. Accii Plauti comici selecti (Antw., J. Moretus, 1597). Nog werd in 1619 van hem te Douai gedrukt: Veterum Philologiae Oecononomiae, sive introductio ad congressiones familiares, ex Plauto et Terentio in locos communes tributa.
Uit zijn huwelijk met Christina Bellaerts Aertsdr. had hij de volgende kinderen: Petrus (dl. IV, kol. 1393); Anna; Arnaut, schout van het kwartier Maasland en der stad Oss; Mr. Jan, die volgt; Sybilla, geh. met Goeswijn van der Burcht Eynbertszn.
Hij werd begraven in de St. Janskerk te 's Hertogenbosch, waar zijn grafzerk nog aanwezig is.
Zie: Hand. Prov. Gen. N. Br. 1910, 210; Coppens, Gesch. Bisd. 's Hertogenb. II, 347; Schutjes, Gesch. Bisd. 's Hertogenb. III, 667, IV, 410; Paquot, Memoires, I, 323 e.v.
Cunen