[Venne, Jacobus van de]
VENNE (Jacobus van de), norbertijn, geb. te Oorschot 1613, overleden te Thienen 20 Juni 1650, trad in de abdij te Tongerloo, waar hij 28 Aug. 1633 de kloostergeloften aflegde. 1634 werd hij naar het norbertijner college te Rome gezonden. Aldaar ontving hij 22 Sept. 1635 de priesterwijding. Hij behaalde den graad van licentiaat in de godgeleerdheid en keerde uit Rome in de abdij weer 1638. Na als leeraar der theologie werkzaam te zijn geweest, werd hij pastoor te Adorp 1640-50. J.v.d. Venne was latijnsch dichter. Bij het jubilé van den H. Norbertus, dat te Rome gevierd werd, maakte hij vele verzen. Eenige zijner gedichten ook in het Nederlandsch, bewaard in handschrift, worden vermeld in Bijdragen gesch. Brabant XII, 153.
Zie: W. van Spilbeeck, Necrol. de Tongerloo (1902), 120.
Fruytier