[Velius, Dirk (1)]
VELIUS (Dirk) (1), geb. te Hoorn 1633, overl. (vermoedelijk te Amsterdam) nà 1682, zoon van Volcardus Velius, die volgt. Na den vroegen dood van zijn vader, verhuisde hij met zijn moeder naar Leiden. Op 20 Sept. 1657 ontving hij ‘out omtrent 24 jaer’ venia aetatis van de Staten van Holland; hij wordt dan lakenreder genoemd. Later komt hij voor als koopman. In 1659 woonde hij te Leiden in de Breestraat, in 1682 te Amsterdam in de Kalverstraat. Hij behoorde tot de Doopsgezinden. Een gedicht van zijn hand, getiteld Lof der soberheit, komt voor in Leon. Lessius, De schat der soberheid of Bequame middel tot onderhouding der gezondheit (Amsterdam 1682, herdr. 1696). In dit werk komen nog meer lofdichten voor van Doopsgezinde auteurs, n.l. van Galenus Abrahamsz, Joachim Oudaen, Reinier Rooleeuw, Sybrand Feitama en Anthonie Jansen.
Hij huwde eerst te Leiden 8 Juni 1659 met Hester Prins, geboortig uit Leiden, daarna te Amsterdam (ondertr. 29 Aug. 1682) met Margreta Wrocht van Amsterdam, weduwe van Pieter Wrocht. Een dochter uit het eerste huwelijk moet geweest zijn Hester Oeda Velius, te Amsterdam overleden in 1682.
Zie: Huwelijkinteekenregisters (Gem. Archieven Leiden en Amsterdam); Register Collaterale Successie IV (1680-85), 165 (Gem. Archief Amsterdam); Register der verleende brieven van venia aetatis door de Staten van Holland (Rijks-Archief 's Gravenhage).
Wijnman