land benoemd. Nadat ten gevolge van het reglement van 2 Aug. 1825 het getal leden der Staten van 84 op 54 teruggebracht was, werd hij bij zijn eerste aftreding op 1 Juni 1827 niet herkozen, maar op 1 Juni 1831 vaardigde de ridderschap van Friesland hem opnieuw naar dat lichaam af. In 1835 werd hij op zijn verzoek eervol ontslagen als grietman.
Bij zijn periodieke aftreding tegen Juli 1843 verzocht hij als lid der Staten niet meer in aanmerking te komen en 1 Juni te voren werd hij vervangen.
Hij werd in 1814 in den frieschen adel opgenomen.
Hij huwde 22 Apr. 1798 Amelia Anna Maria Vegilin van Claerbergen, geb. 17 Juni 1772, overl. 15 Febr. 1843, bij wie hij, behalve 2 jong gestorven kinderen, een zoon Pieter Benjamin Johan (die voorgaat) en 2 dochters had.
Ramaer