Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 9
(1933)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen– Auteursrecht onbekend
[pagina 1126]
| |
medicinae in 1772. Hij kwam in 1771 in dienst der O.-I. Compagnie, als opperchirurgijn, reisde als zoodanig naar de Kaap de Goede Hoop, deed daar en in andere gedeelten van Z. Afrika verschillende onderzoekingen en verzamelde daar planten, en ging in 1775 door naar Java. In datzelfde jaar werd hij naar Nagasaki gezonden, waar hij onderricht gaf in de geneeskunde, terwijl zijn voorlezingen door zijn beroemdsten leerling Kogyo Yoshio verzameld en vertaald werden, en uitgegeven onder de titels: Komo Hijiki, Thunberg - Kuden en Komoryu Koyakuho. In 1776 ging Thunberg met de gebruikelijke hofreis naar het keizerl. hof te Yedo, waar de vertalers van Kulmus' Ontleedkundige Tafelen, waardoor de europeesche anatomie in Japan bekend en ingevoerd werd: Hoshu Katsuragawa en Junan Nakagawa o.a. zijn leerlingen werden. In hetzelfde jaar keerde hij naar Java terug en deed daar nog veel onderzoekingen. In 1777 repatrieerde hij en kwam in 1779 in zijn geboorteland terug, waar hij in 1784 benoemd werd tot prof. in de genees- en kruidkunde aan de universiteit te Upsala. Onder zijn werken worden genoemd: Flora Japonica (1784); Icones plantarum Japonicarum (1794-1805); Flora Capensis (5 dln. 1807-13 en 1818-20) en Resa uti Europa, Africa, Azia (4 dln. 1788-93, waarin hij ook zijn verblijf op Java beschrijft). Er bestaat een portret van hem geteekend door Notté, en gegrav. door D. Noé dat o.a. opgenomen is in de fransche vertaling van zijn laatst vermelde werk. Zie: L.S.A.M.v. Römer, Historische Schetsen (Batavia 1921), waarin het juist genoemde portret eveneens gereprod. werd; Fujikawa, Kurze Gesch. der Medizin in Japan (Tokio 1911); Encycl. van Ned. Indië I, IV. von Römer |
|