Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 9
(1933)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen– Auteursrecht onbekend
[pagina 1099]
| |
overl. 14 Dec. 1844 te Putten. Na de gewone opleiding werd hij 1 Oct. 1822 stud. te Groningen, 2 Mei 1827 cand. in Drenthe, 9 Maart 1828 pred. te Piaam en Idsegahuizen. In later jaren kon hij nog verhalen van zijn bekeering tot God onder de nawerking van de prediking van zijn vader en de inwerking van vrome gemeenteleden. Er ontstond toen een opwekking. Velen uit den omtrek - zelfs uit Harlingen - trokken elken Zondag naar de kerken van Ds. S. Nog een eeuw later vindt men de sporen van Sypkens' werk aldaar. Men kan van zijn leven en werk vertellen, alsof hij er een jaar geleden nog stond. Zijn predikatiën over Deut. 30:19 (uitgegeven te Amst.); over Hand. 26:26, 27 (ald.); over Joh. 10:27, 28 (verschenen te Zierikzee); over Ef. 6:23-24 en over Matth. 5:20 (Amsterdam) worden in zijn oude Gemeente nog zorgvuldig bewaard, gelezen en zelfs overgeschreven. Bij den boer Pieter Postma is nog een eigenhandig geschreven preek van Ds. Sypkens over Hooglied 3:6. 16 Nov. 1837 predikte Ds. S.H. Sypkens zijn intrede te Elspeet. Tusschen 1840-44 stond hij te 's Grevelduin en Vrijhoevekapel. Nadat hij 28 Juli 1844 te Putten bevestigd was, overleed hij plotseling aldaar 14 Dec. van hetzelfde jaar, achterlatende 4 kinderen. Zijn weduwe was Alida Beerta Hulsewé, dochter van den usquertschen predikant Ds. Gerhard Jan H. en Geertruida Peir. Zijn broeder was Ds. Rutger Adolf Benthem Sypkens, geb. 27 Mei 1811 te Ulrum, overl. 10 Maart 1901 te Groningen, achtereenvolgens predikant te Lutjegast, Elspeet, Garijp, Spijk en Zuidwolde. Van hem zeide men in zijn tijd; ‘De majesteit Gods is rondom zijn hoofd’. Beide deze predikanten speelden een rol in de opwekking van het geestelijk leven in Friesland en oefenden een diepen invloed uit in het Noorden vooral. Van heinde en ver reisde men naar hun standplaatsen en zij kregen talrijke beroepen. Daar zij niet met de Af scheiding meegingen, wisten zij velen in de oude volkskerk te behouden, die neiging tot meegaan met de afscheiders hadden. Zie voor hen: Boekzaal der geleerde wereld; Ned. Patriciaat 1913. Een achterneef van deze broeders was Ds. Johannes Ulrik Herman Sypkens, geb. 28 Aug. 1815 te Groningen, overl. 21 Jan. 1892 te Haarlem, werd candidaat in Groningen 1842, stond van 27 Oct. 1844 tot 1 Aug. 1889 te Sellingen (toen emeritus). Hij was 16 Aug. 1815 gehuwd met Margaretha E.C. Koning, geb. 1815, overl. 1906, dochter van notaris Arnold Hendrik K. te Wedde en Edzarda Thalia Eckringa. Domela Nieuwenhuis Nyegaard |
|