middelen van verzet uitgeput waren en hij voor zijn aartsbisschop moest verklaren of hij zich onderwierp aan de uitspraken van Rome
aangaande het Jansenisme en Quesnellisme, nam hij de wijk, als zoovele anderen naar de utrechtsche kerk, 14 April 1729. Hij verbleef bij den oud-katholieken pastoor J. Pruym te Dordrecht zonder kerkelijke diensten te verrichten.
Zijn portret, een gepruikte figuur, met familiewapen, zonder naam van graveur, somt zijn titels op in zijn congregatie en de data van zijn geboorte en overlijden, niet de plaats.
Na zijn vlucht gaf hij uit zonder naam: Chronicon congregationis Oratorii Domini Jesu per provinciam archiepiscopatus Mechliniensis diffusae ab anno Domini 1626 usque ad finem anni 1729 authore *** ejusdem congregationis presbytero (Insulis Flandrorum 1740; cum approbatione). Deze approbatio is gegeven door den oud katholieken pastoor van Leiden F. Meganck (kol. 661).
Het werk, zeer uitgebreid, bevat talrijke bijzonheden over het Jansenisme van dien tijd, over de congregatie, het oratorie en de namen en biografie harer leden. Het is een verdedigingsgeschrift voor P. de Swert en zijn aanhangers, vol schimp en smaad voor zijn tegenstanders. Hij gaf nog uit: Collectio extractorum disciplinam et mores concernentia (1718) ten gebruike voor zijn congregatie. Nog verschenen van hem eenige verdedigingschriften zonder naam (Chronicon 140).
Zie: Chronicon Congr. Oratorii 137, 139, enz.; Analectes hist. eccl. Belg. XI (1874), 462, XXXIII (1892), 141; Archief aartsb. Utrecht II, 169; Biogr. nat. de Belg. V, 822; P. Claessens, Hist. des archevêques de Malines II (Louv. 1881), 28, 77, 88; Annuaire de l'université Cath. de Louvain LXXVII (1913), 406-407.
Fruytier