[Sulverschoe, Johan]
SULVERSCHOE (Johan), geb. te Oldinge bij Appingedam, terechtgesteld voor Groningen 20 Nov. 1570, vader van den voorgaande.
In Mei 1568 behoorde hij tot degenen, die dienst namen in het leger van graaf Lodewijk van Nassau in Groningerland. Later ging hij in Oostfriesland wonen, in Oct. 1570 teekent hij als ‘Johan Silverschoen’ in Emden als geboren Groninger het verzoekschrift, dat op 17 Oct. 1570 bij den rijksdag te Spiers werd ingeleverd. Hij schijnt nu en dan aan de tochten der Watergeuzen deel genomen te hebben, want kort daarna viel hij bij een landgang in het Oldambt den Spanjaarden in handen en werd 20 Nov. 1570 voor Groningen gehangen. Dien datum werd Johan Huysinge zes arents guldens betaald, omdat hij geleverd had ‘iiij slenghen tut de iusticie’. Zijn lichaam werd gevierendeeld en op vier palen buiten de stad geplaatst. Coendert ‘doetgrauer’ ontving op 1 Febr. 1570 een rijder ‘voer iiij kulen the grauen’.
Zie over hem: Gemeente-archief van Groningen, Thesoriers rekening jaar 1570, fol. 325 en 469; Marcus, Sententiën, 224; Eppens, Kroniek, 212; Harkenroht, Oostfr. Oorspr. I, 367.
Vogels