wacht. Met eenige andere doctoren stichtte hij 1834 La société médicale d'Anvers, waarvan hij steeds president bleef. Hij werd eerst lid, later secretaris van de medische commissie der provincie. 14 Juli 1848 werd hij gekozen in den provincieraad. Hij werkte krachtig voor de oprichting der vroed-vrouwenschool te Mechelen en der pensioenkas voor weduwen en weezen van geneesheeren. Altijd stelde hij belang in het bevorderen van de studie der nederlandsche taal, geschiedenis en kunst. Hij was lid van De Olijftak en Voor taal en kunst, en van de Académie d'Archéologie de Belgique.
In druk gaf hij uit: Notice historique sur l'école de chirurgie d' Anvers (Anv. 1850); Discours pron. 20 Dec. 1849, 30 blz.; De l'esprit de corps dans la profession médicale, Discours prononcé a la séance solennelle de la société de Médecine d'Anvers 22 Dec. 1852 (Anv. 1852), 17 blz.; De la mission sociale des médecins. Rapport sur un écrit du docteur J.H. Dresse, intitulé Intérets sociaux, devoirs du corps médical de prendre part a la politique etc. presenté à la soc. méd. d'Anvers 17 Dec. 1850. 11 blz.; Discours prononcé sur le tombeau du Dr. Sommé (Anv. 1855), 7 blz. Alle zijn overdrukken uit Ann. soc. de med. d'Anvers.
Jos. Nauwens etste een portret van Dr. Stevens.
Zie: C. Broeckx, Levensschets van W.J. Stevens (Antw. 1857); dez., Discours prononcé sur la tombe de G.J. Stevens in Ann. acad. d'archéol. de Belg. XV (1858), 58; Biogr. nat. de Belg. XXIII, 869-871; Bibliogr. nat. Belg. III, 497.
Fruytier