[Stel, Symon van der]
STEL (Symon van der), zoon van Adriaen (1) (zie aldaar), geb. 14 Oct. 1639 op Mauritius, was in 1646 getuige van zijns vaders dood op Ceylon en werd daarna naar Batavia opgezonden. Bij resolutie van gouverneur-generaal en rade van 28 Oct. 1659 werd aan ‘Symon, zijnde den soon van salr. den commandeur Adriaen van der Stel’ stoegestaan naar het vaderland te vertrekken (waar hij wilde gaan studeeren) met dien verstande ‘ten aensien een mesties is’, dat zijn kapitaal op de Weeskamer te Batavia zou blijven staan. Hij bleef nu bijna 20 jaar te Amsterdam, waar hij tot de geziene ingezetenen behoorde; door aankoop van een heerlijkheid werd hij heer van Lisse. Waarschijnlijk heeft hij niet gestudeerd, hoewel Bontemantel hem eenmaal Mr. van der Stel noemt. Bij den inval der Franschen in 1672 werd hij kapitein van een compagnie waardgelders te Amsterdam. Door invloed van de familie zijner vrouw (zie beneden) werd hij in 1679 benoemd tot commandeur van de Kaap de Goede Hoop. Daar ontplooide hij al dadelijk een groote werkzaamheid, vooral op het gebied van land- en tuinbouw en veeteelt. Hij breidde 's Compagnies ‘tuin’ belangrijk uit, stichtte in 1680 het landgoed Stellenbosch en in 1684, bij het bezoek van den commissaris van Rheede tot Drakenstein, het dorp Drakenstein, waar zich vele uitgeweken Hugenoten vestigden (de Fransche Hoek); deed verschillende onderzoekingsreizen naar het binnenland, liet in Nederland veel reclame maken voor de nieuwe kolonie en verzocht opzending van amsterdamsche weesmeisjes. In 1689 stichtte hij een kolonie op de kust van Natal, die echter na korten tijd moest worden opgegeven. Bewindhebbers schonken hem in 1691 den titel van gouverneur; in 1692 werd hij raad-extraordinair van Indië. Hij was een energiek man en een groot natuurvriend; op zijn reis naar Amacqualand (25 Aug. 1685-26 Jan. 1686) tot onderzoek der ‘koperbergen’, liet hij ruim 80
teekeningen maken van kaapsche planten en dieren. In de latere jaren echter Het hij vaak zijn eigen belang voorgaan en bekommerde zich meer om de exploitatie van zijn landgoederen Stellenbosch en Constantia (waar hij wijn verbouwde), dan om de bestuurszaken.
5 Apr. 1699 droeg hij het bestuur over aan zijn oudsten zoon (die volgt) en bleef op Constantia wonen, waar hij 24 Juni 1712 overleed.
Symon van der Stel was 23 Oct. 1663 te Haarlem gehuwd met Joana Jacoba Six, ged. 28 Febr. 1645, dochter van Willem Six en Catalina Hinlopen. Bij zijn vertrek naar de Kaap bleef zij in Amsterdam achter; zij werd 8 Nov. 1700 in de Nieuwe kerk begraven. Behalve vijf zoons, Willem Adriaen (die volgt) en Adriaen (2), Lodewijk, François en Hendrik (die voorgaan), werd uit dit huwelijk een dochter, Catharina geboren, volgens Valentijn getrouwd met ‘zekeren heer van Rijn’ te Amsterdam. Dit is dan waarschijnlijk geweest Pieter van Rijn, boekhouder van de Compagnie ter kamer Amsterdam, die eenige malen als borg van S.v.d.S. voorkomt.
Stapel