Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 9

[Sluis, Wouter]

SLUIS (Wouter), zoon van Reyer Sluis, veefokker en veehandelaar, geb. te Hoogkarspel 7 Nov. 1827, overl. te Bloemendaal 20 Febr. 1891. In 1848 vestigde hij zich als boer in den Beemster. Door zijn tweede huwelijk in 1858 met de weduwe van Dirk Kooy pachter eener boerderij van het aloude Deutzenhofje aan de Prinsengracht te Amsterdam, was hij in de gelegenheid hier het landbouwbedrijf geheel naar eigen inzichten in te richten. Een zielsziekte maakte in Maart 1889 zijn overbrenging naar een gesticht noodzakelijk. S. was een man van veelzijdige ontwikkeling en van onderzoekenden geest, een niet alledaagsche verschijning onder zijn vakgenooten. Land- en tuinbouw, veeteelt, zuivelbereiding, vakonderwijs, polderbemaling hadden zijn belangstelling. Hij

[p. 1042]

was o.a. de man die op de gedachte kwam het brongas, dat zich in groot quantum in het nortonwater bevindt, op te zamelen voor het gebruik van stookgas. Bij de 100ste herdenking van zijn geboortedag heeft men een gedenksteen in genoemde boerderij geplaatst, waartoe alle n.h. landbouwvereenigingen hebben bijgedragen.

Zie: Huldiging van de nagedachtenis van Wouter Sluis in de N.R.Ct. van 8 Nov. 1927; aanteekening van J.C.E. Bartelds.

Kossmann