cisio a Ruyschio facta (Amst. 1668): en Observationes in ovis facta (Amst. 1673), welke verhandelingen reeds spoedig na hun verschijnen zoo zeldzaam werden, dat Ruysch ze in Magnet's Bibliothecae anatomicae (I, 750-758) liet opnemen, waarschijnlijk omdat deze - evenals Haller - meende, dat ze ‘exigua sed memoriae digna libella’ waren. Verder schreef Sladus een brief over de kamfer, door Boccone in zijn Recherches (nederl. vert. Natuurkundige naspeuringen op proef- en waerneemingen gegrond, Amsterdam 1744) opgenomen.
Sladus was ook een uitstekend kenner van het Grieksch. Hij schreef een commentaar op het Lexicon van Hesychius en op werken van andere grieksche schrijvers. Zijn Emendationes msc. in Galeni Glossas Hippocraticas, die in Jani Cornarii Operum Hippocratis edit. Gr. Basieliensi (p. 542-562) voorkomen, gingen uit de bibliotheek van prof. J. Burman (overl. 1779) over in het bezit van J.F. Clossius. Hij schreef een grieksch vers voor in Gul. Piso, De Indiae utriusque re naturali et medica (Amst. 1658). Ook komt van Sladus een grieksch Carmen ad Paulum Terhaarium voor in Poëmatia Εὐγαϱιστιϰα et Ἐγϰωμιστιϰα ad clarissimum.... Dr. Paulum Terhaarium (z.p. 1659), gericht aan zijn vriend Paulus ter Haar, toen deze in 1659 benoemd was tot professor te Duisburg.
Zie: C.G. Jöcher, Gelehrten Lexikon IV, 633; J.H. Verheyk, Oratio saecularis de antiquitate et vicitudinibus scholae (1778), 55, 56; Cat. Msc. Burmanni, 6; A. Haller, Bibliotheca anatomica I, VI, 549; Navorscher VIII (1859), 377; Alb. Stud. Leiden; Biographisches Lexikon der hervorragenden Aerzte aller Zeiten und Völker V (1887), 431 i.v. Slade; Dictionary of National Biography XVIII, 365 i.v. Slade; Kleerkooper-van Stockum, De boekhandel te Amsterdam, 68; J.F.M. Sterck, Een zoekgeraakte versregel van Vondel in het Dertiende Verslag der vereeniging Het Vondel-Museum. (1928), 30; Bibliotheca medica Neerlandica (1930), 504; B.W. Th. Nuyens, Het ontleedkundig onderwijs en de geschilderde anatomische lessen van het chirurgijnsgilde te Amsterdam, 30.
Wijnman