[Schijndel, Henricus van]
SCHIJNDEL (Henricus van), geb. te Gemert 9 Juli 1835, overl. te Maastricht 11 Nov. 1911. Zijn verdiensten voor de wetenschappelijke en godsdienstige ontwikkeling der nederlandsche Katholieken zijn meermalen luide en dankbaar erkend. In 1851 trad hij in de Sociëteit van Jezus. In 1867 begon hij zijn loopbaan als leeraar in de philosophie te Mariëndaal, daarna der theologie te Maastricht. In zijn vacanties, die dus voor hem eigenlijk niet bestonden, gaf hij geestelijke oefeningen aan de geestelijken. Ook wijdde hij al zijn krachten aan de vereeniging ‘Geloof en Wetenschap’, opgericht met het doel, ontwikkelde leeken tot hooger katholiek leven op te wekken. Zijn schoonste lauweren oogstte hij echter te Amsterdam, waarheen hij in 1880 werd overgeplaatst. Daar moest aan de sinds 1873 bestaande Petrusvereeniging nieuw leven worden ingeblazen, en wat hij zich voornam, gebeurde. In korten tijd kwam de vereeniging tot den hoogsten bloei; in 1895 vestigde de gemeente aan de universiteit een leerstoel voor de wijsbegeerte van den H. Thomas, waarvan hij door zijn ‘Geloof en Wetenschap’, waarin de vroegere Petrus-vereeniging reeds lang was herdoopt, de oprichting mogelijk gemaakt en voorbereid had.
Kleijntjens