Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 9

[Schnickel, Joannes]

SCHNICKEL (Joannes), kartuizer, geb. te Keulen, overl. 1764 of 1765. Hij werd 24 Juni 1712 in het kartuizerklooster te Keulen als monnik geprofest. Na eerst in dit klooster het ambt van procurator te hebben bekleed, werd hij in 1741 door het generaal kapittel der Grande Chartreuse benoemd tot prior van de chartreuse Betlehem te Roermond, als opvolger van Dom Nicolaus Pauli (kol. 757). Onder zijn bestuur werden de kloostergebouwen te Roermond gerestaureerd en versierd. Het nog aanwezige pleisterwerk in rococostijl in deze gebouwen, waarin thans het groot-seminarie is gevestigd, is uit dien tijd. Men vindt nog aangebracht de jaartallen 1743 in den corridor (westzijde), 1748 in de eetzaal, 1750 in den corridor (oostzijde). Vroeger stond het jaartal 1766 boven de tegenwoordige sacristie. Ook de aanzienlijke verzameling schilderijen (235 stukken) van de roermondsche chartreuse, waarvan een aantal thans nog in

[p. 991]

de seminariegebouwen aanwezig zijn, zijn meerendeels in deze jaren vervaardigd. In 1764 is Joannes Schnickel door het bestuur der orde van zijn prioraat ontheven. Zijn opvolger werd Dom Bernardus Jansen (dl. VIII, kol. 917).

Zie: Cartae Capituli Generalis Ordinis Cartusiensis (ms. Certosa del Galluzzo, Florence); Maisons de l'ordre des Chartreux, Vues et Notices (Parkminster 1913-17) IV, passim; Publications de la soc. hist. et arch. dans le duché de Limbourg XIX, 367-370; A.M.P. Ingold, Les peintures de l'ancienne chartreuse de Ruremonde in Oud Holland, 14e Jrg., 1896, blz. 218-235; Jos. Habets, Gesch. bisd. Roermond III, 714 vlg., 487.

Scholtens