van der Lippe gen. Hoen, dochter van Caspar en Gertrudis van Bylant, welke hem de heerlijkheden Blijenbeek, Afferden, Grubbenvorst, Betgenhausen en het pandschap van het graafschap Horn ten huwelijk bracht; 5 Nov. 1618 kocht hij van Agnes van Bijlandt, echtgenoote van Jacob van Corswarem enz., het adellijk huis Brempt voor 21000 rijksdaalders. Hij nam in 1585 op de guliksche bruiloft deel aan een tournooi; 20 Mei 1616 begaf hij zich als gedeputeerde van het Overkwartier naar Binche, om den eed van trouw aan den Koning van Spanje in handen van aartshertog Albert van Oostenrijk af te leggen; 26 Juni 1617 legde hij den eersten steen van het in Roermond te bouwen klooster der Clarissen; 12 Maart 1622 was hij te Brussel tegenwoordig bij de lijkplechtigheid van aartshertog Albert van Oostenrijk, 1623 was hij als gedeputeerde te 's Gravenhage om met den ontvanger der bijdragen wegens vermindering derzelve in onderhandeling te treden. Zijn kinderen waren: Arnold Dirk, heer van Hillenrade enz., huwde 20 Juni 1620 te Luik Maria van Oijenbrugge van Duras, dochter van Willem en van Anna van Corswarem. Uit zijn leven weten wij slechts, dat hij in zijn jeugd den Koning van Spanje diende, ofschoon het land aan de Staten van Holland onderworpen was; hij stierf in 1653; Otto Willem, domheer van St. Lambert te Luik, dankte na 10 jaren af en huwde de dochter van een luikschen wijnwaard, hij werd door zijn moeder daarom onterfd en kreeg slechts een hof bij Nieuwstadt, naar den voormaligen bezitter Huis Witthem genoemd; hij hertrouwde 27 April 1660 Magdalena Bentinck tot Wolfrath, kreeg voortaan het adellijk goed Aldenborg onder Swalmen, waarvoor hij op 10 Nov. 1663 tot den landdag verschreven werd, stierf in 1676; Dirk, heer van Blijenbeek, Afferden en Grubbenvorst, overl. 5 Augustus 1661, huwde 9 Dec. 1653 met Anna Margaretha van Nassau, dochter van Philip, heer tot
Grimhuijsen en van Margaretha van Cortenbach; zij overleed 12 Maart 1676 en werd te Wijchen begraven; Hendrik (die volgt); Anna Barbara, kanunnikes in het sticht Fröndenberg, huwde 1630 Ernst Gozewijn van Bodelschwingh, ritmeester in dienst der Staten; zij overl. Oct. 1665; Maria Clara (overl. 1679), huwde Ferdinand; vrijheer van der Hovelich; Johanna Christina, religieuse in St. Geertruid te Leuven; Caspar, sneuvelde bij Leipzig 1631; Geertruid, stichtsdame in Munsterbilsen (overl. 1623).
Zie: H. Ferber, Geschichte der Familie Schenck van Nydeggen; Adolf Steffens, Bijdragen tot de geschiedenis van Asselt en Swalmen in Publ. de la soc. hist. et arch. dans le duché de Limbourg XXXI (1894), 281-283; Maasgouw (1898), 16 en 20.
Verzijl