[Sander, Mr. Pieter Adriaan]
SANDER (Mr. Pieter Adriaan), geb. te Rotterdam 7 Mei 1821, overl. te 's Gravenhage 23 Mrt. 1860, was de zoon van Mr. Pieter Samuel Sander -n Adriana Koning. Hij werd te Leiden 10 Sept. 1839 als student ingeschreven en promoveerde aldaar 16 Dec. 1844 op een dissertatie De actione negatoria contra procuratoren fines mandati egressum. Hij zette zich als advocaat te Rotterdam neder en werd in 1848 tot substituut-officier te Dordrecht, in 1851 tot officier van justitie ald. benoemd.
Op 17 Mei 1853 werd hij als conservatief candidaat in het kiesdistrict Dordrecht tot lid der Tweede Kamer gekozen. Hij liet zich daar hoofdzakelijk met rechterlijke en wettelijke zaken in.
Op 23 Nov. 1859 werd hij benoemd tot raadsheer in het provinciaal gerechtshof van Zuid-Holland en verhuisde hij naar 's Gravenhage, terwijl hij ontslag als kamerlid nam. Op 10 Jan. 1860 werd hij te Dordrecht opnieuw tot lid gekozen en hij zou de benoeming gaarne hebben aangenomen, maar nu waren er eenige leden van het gerechtshof, inzonderheid de vice-president Buyskes, die zich tegen de combinatie dezer betrekkingen verzetten; later zijn zij toch tegelijk door Mr. W. van der Kaay zonder bezwaar waargenomen. Om des vredes wil gaf Sander toe en nam de herbenoeming niet aan.
Kort daarna verdronk hij in de Nieuwe Maas ten gevolge van een ongeval.
Hij huwde 11 Aug. 1848 Maria Francina van Vollenhoven, geb. 6 Juli 1826, overl. 16 Mei 1891, bij wie hij, behalve eenige jong gestorven kinderen, een dochter had.
Ramaer