Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 9

[Retersbeeck, Gerard van]

RETERSBEECK (Gerard van), zoon van Willem (die volgt) in oorkonden vermeld 1377-1385. Hij komt in 1377 (15 Juni) in een oorkonde voor, waarin Jan van Putte, ridder Willem van Schaesberg (uit het eerste huis van dien naam), Jan Hoen van Voerendael, Gerard van Retersbeeck, Jan van den Driesch en Conrard van der Voord uitspraak doen in een geschil tusschen het klooster St. Gerlach en Godard van der Voord. Het huis ‘de Schiffeler’ te Kaldenborn, zuidelijk van Heerlen gelegen, kwam omstreeks 1381 aan het geslacht van Retersbeeck, welk huis toen door Gerard van R. werd verheven. 13 Dec. 1385 komt hij voor met zijn zwager Johan van Schaesberg (uit het oude stamhuis), toen deze het jaargetijde zijner overleden ouders Conrard van Schaesberg en Margaretha Corofs, evenals dat van haar ouders Johan Corofs en Trude N. in het klooster van Houthem-St. Gerlach vaststelde een week na den feestdag van de H.H. Simon en Judas, Apostelen (28 Oct.).

[p. 855]

Johan van Schaesberg was gehuwd met Gerard's zuster Gertrudis, wier jaargetijde op 15 Juli in genoemd klooster gehouden werd. Gerard's echtgenoote is niet bekend. Uit een oorkonde van 1445 blijkt echter, dat hij een dochter Catharina had, die met Johan van Ubachsberg huwde, en een onwettige dochter Else.

Zie: Ernst Tode, Chronik der Retersbeck-Schaesberg (Görlitz 1918), 27-29; G.D. Franquinet, Oorkonden en bescheiden van het adellijk klooster St. Gerlach (Maastricht 1877), 69-71, 83-84; Jos. Habets, Geschiedenis van het Leenhof en de Leenen van Valkenburg, 475, 505: Publ. de la soc. hist. et arch. dans le duché de Limbourg XXII (1885), 217.

Verzijl