Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 9
(1933)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen– Auteursrecht onbekend
[pagina 844]
| |
's Gravenh. 4 Dec. 1886, was de tweede zoon van Rudolf Christiaan van Rechteren en Anna Elisabeth van der Capellen. Hij verloor zijn vader op jeugdigen leeftijd en ging in militairen dienst, maar verliet dien in 1821, om te Appeltern te gaan wonen. Hij werd door de ridderschap van Gelderland op 1 Juni 1830 tot lid der Provinciale staten dier provincie gekozen en werd bij koninklijk besluit van 18 Juni 1840 met ingang van 1 Febr. d.a.v. benoemd tot gouverneur van Drente. Het was hem, daar hij de buitenplaats Ahnem in Overijsel van zijn broeder Jac. Hendr. v.R.v. Appeltern, die volgt, had overgenomen, welkom, dat hij bij koninklijk besluit van 15 Sept. 1840 met ingang van 15 Oct. d.a.v. tot diens opvolger in Overijsel benoemd werd. Hij was veel minder begaafd dan zijn broeder, maar in zijn tijd werd in Overijsel uitgevoerd hetgeen zijn broeder beraamd had. Er was een vrij groote som voor spoorwegaanleg bijeengebracht, en in 1845 werd besloten, dit geld, daar men van spoorwegaanleg had afgezien, voor kanaalaanleg te besteden. Sedert dit jaar werden opnemingen en waterpassingen voor het kanaal Zwolle - Almelo met zijtakken naar de Vecht bij Hardenberg en naar Deventer gedaan, en bij het ontslag van van Rechteren waren deze werkzaamheden nog niet gereed. Dat ontslag werd hem op zijn verzoek verleend bij koninklijk besluit van 15 Sept. 1847 met ingang van 25 d.a.v. Tegelijk werd hij benoemd tot lid van den Raad van State. Hij bleef dit tot aan de reorganisatie van dit staatslichaam, die geschiedde bij de wet van 1862. Hij werd bij koninklijk besluit van 27 Juni van dat jaar met ingang van 1 Juli d.a.v. eervol ontslagen, en tegelijk benoemd tot staatsraad in buitengewonen dienst. Hij schreef: Schets van een ontwerp strekkende tot beveiliging der rivierpolders tegen doorbraak in de dijken ('s Gravenhage 1861). Hij werd in 1822 in de ridderschap van Gelderland opgenomen en verkreeg tegelijk den titel graaf. Hij huwde 15 Nov. 1826 Civile Susanne Jeanne Adolphine baronesse van Hardenbroek, geb. 30 Juni 1804, overl. 14 Jan. 1840, en 8 Juni 1847 Elisa Martha gravin van Limburg Stirum, geb. 1 Febr. 1803, overl. 17 Mrt. 1890. Hij had bij de eerste een zoon en 6 dochters. Ramaer |
|