was met de zorg voor R.K. militairen. Deze parochie bestuurde hij tot 1865. Intusschen was hij benoemd tot deken van Rijnland 6 Maart 1847 tot 1853, toen hij bij de nieuwe verdeeling der dekenaten tot deken van Leiden werd aangesteld. Hij nam 1865 ontslag als pastoor, om al zijn krachten te besteden aan het behartigen der belangen van zijn dekenaat. 7 Juni 1876 vierde hij zijn gouden priesterfeest. Zijn neef G.J.W. Quant, pastoor te Schoorl hield de feestpredikatie. Bij de oprichting van het bekende tijdschrift De Katholiek werd pastoor Quant door den bestuurder der Missie, Antonucci, aangesteld als een der censoren.
In druk deed pastoor Quant verschijnen: Nuttige wenken voor ouders, nopens de opvoeding hunner kinderen, naar het Fransch ('s Grav. 1839).
Zijn portret is gelithografeerd door J.P. Berghaus.
Zie: Ned. Cath. Stemmen (1839), 407; Bijdragen bisdom Haarlem III, 387, VII, 43-46, XII, 14, XL, 411, XLI, 319; Godsdienstvriend XLV, 95, LVII, 158, LVIII, 207, XCV, 191; De Katholiek CXII (1897), 98-99.
Fruytier