Hij gaf het in druk uit, omdat veel andere menschen het begeerden te hebben.
Pater Joachim werd begraven in de kerk zijner orde te Antwerpen bij het altaar van O.L. Vrouw en Sint Anna. Het graf zijner ouders bevond zich in het kloosterpand onder een zerk met uitvoerig latijnsch vers, vermeld bij Fr. Sweertius, Monumenta sepulchrorum (Antw. 1613), 175, 176, bij Paquot en in Graf- en gedenkschr. van Antw. Zij hadden een jaargetijde gesticht 's Maandags na het leest van Sint Anna met ‘heerlijcke pitantie’ en schonken ook een gift om het feest van St. Anna plechtig te vieren. Sweertius, Athen. Belg., Foppens, Bibl. Belg., Paquot, Mémoires Litt. X, 329-331 en Piron, Levensbeschr. 312, noemen een viertal nederlandsche geschriftjes van J.v.d.P., zonder te melden of zij gedrukt zijn. De Biogr. nat. Belg. XVIII (1905), 355, geeft nog minder dan Paquot en beweert, dat v.d. Putte bestuurder was te Grammont (Geerardsbergen) in plaats van te Geertruidenberg. Mogelijk is dat: de seven Weeën van O.L.V. door genoemde schrijvers opgegeven, als afzonderlijk geschrift bestaat. De seven bloedstortingen ook door hen vermeld zijn misschien ontleend aan het werkje van G. Rosemondt professor te Leuven, dat reeds 1516 te Antwerpen was verschenen: Dit boecxken .... ende leert ons hoe wij ons vierichlijck sullen oefenen in die seven bloetstortinghen ons heren ende in die seven sonderlinghe droefheden van Maria ende noch anders.
De overige als afzonderlijke schriften vermeld, zooals: De contemplaciën op de seven bloetstortinghen inder passien Christi en de Bereydinghe totten heyl. Sacrament des lichaems Christi komen voor als hoofdstukken in zijn werkje: Eene clare spiegel der warachtiger Christelijcker maechden, waer inne zij volcomelijck muegen mercken hoe sij dat inwendige aensicht haerder zielen moeten vercieren begeeren sij dat Christo Jesu haeren bruydegom sal behagen (Bij Gregoris de Bonte Tanwerpen inden schildt van Basele, z.j.). Deze drukker ontving het privilegie voor vier jaren 25 Nov. 1550. De attestatie van Simon de Planen, licentiaat in de Godtheyt, onder parochiaan van onzer vrouwe kercke Tanwerpen zegt: ‘gemaect bij broeder Joachim vanden Putte religieux van der derder regelen van Sinte Franciscus binnen Antwerpen’ (236 gen. bladen; exempl. univ. bibl. Amsterdam). 1562 verscheen een nieuwe editie, die bijna geheel overeenkomt met de eerste (exempl. univ. bibl. Leiden). Aangespoord door vele vrienden, gaf hij zijn werkje 1575 opnieuw uit. In de voorrede zegt hij, dat hij het eerst uitgaf in het jaar vijftig in 't bijzonder voor de maagden, doch nu werkte hij het zoo om, dat het ‘allen staten der menschen totter salicheyt dienende is.’ Het verscheen met een veranderden titel: Eenen claren spiegel der Maechden om Goddienstelijcken te leven voor allen Menschen seer profijtelijcken, inhoudende seven capittelen. Nu op nieuwe seer neerstelijck ghecorrigeert en verbetert deur heere en brueder Joachim van den Putte. Thantwerpen apud Tertiarios alias Bogaerden. (Gedruckt Thantwerpen op de Lombaede veste inden witten Hasewint bij mij Jan van Ghelen 1575; zonder pag.). De boekjes zijn merkwaardig door de talrijke grootere en kleinere houtsneden. In deze laatste editie waren het eerste kapittel en de twee voorlaatste door andere, dan in de eerste editie
vervangen.
In 1614 werd te Antwerpen bij Pauwels Stroobant een uitgave gedrukt met den titel van de uitgave van 1550, doch met den inhoud als in 1575. Het draagt evenals de uitgave 1575, de