[Portmans, Peter]
PORTMANS (Peter), geb. te Vierlingsbeek, overl te Roermond 6 Juni 1714, zoon van Bernard Damen P. en van Cunera Ebben, was licentiaat in de rechten, advocaat aan het hof van justitie te Roermond, scholtis van de erfvoogdij te Roermond, lid van de broederschap van het H. Sacrament te Roermond sedert 25 Juni 1702, huwde te Grave, volgens huwelijkscontract van 1674, met Johanna Catharina Coebergh (overl. te Roermond 29 Aug. 1720, dochter van Johan en van Margarethade Haen). Hun kinderen, welke te Roermond werden geboren waren: Cunera Gertrudis, geb. omstr. 1686, overl. 1716, huwde 30 Juli 1709 met Simon Petrus Coninx, advocaat bij het Hof, later raad en momboir in het Souvereine Hof van Gelder; Egbertus, geb. 20 Dec. 1688, was raad, hoofdontvanger en landrentmeester van Gelder, aangesteld 11 Oct. 1729, huwde aldaar 10 Jan. 1718 met Maria Henrietta Elisabeth de Freneau (geb. 6 Juli 1697, overl. 13 Mei 1773); Anna Maria, geb. in 1689, overl. 25 Jan. 1765, huwde 28 Mei 1720 met Philippus Lodewijk Josephus van Lom, licentiaat in de beide rechten, raadsheer van het Hof van Gelder sedert 26 April 1717 (geb. 28 Dec. 1698, overl. 23 Febr. 1765); Bernardus Josephus, geb. 29 Mei 1693, overl. 13 Mei 1752, was pastoor van Lottum, sedert St. Jan 1722, deken van het land van Kessel sedert 29 Febr. 1742; Maria Lucia Isabella, geb. 9 Dec. 1695; Judocus Benedictus, geb. 9 Mei 1698, was vaandrig in dienst van den keurvorst van den Palts; Ludovicus Hyacinthus, geb. 25 Aug. 1701.
Zie: A.F. van Beurden, Het geslacht Portmans in Limburg's Jaarboek (1896), 290-292; Maasgouw (1908), 36; Limburg's Jaarboek (1922), 114.
Verzijl