ghen onder Grathem; 10 Juni 1472 als getuige van Willem Raetzen van der Heyden, toen deze aan Frank Pollart, drossard te Dalenbroeck, een rente van 12 rijnsche gulden verkocht; 21 Nov. 1477 als scheidsman in een twist ontstaan tusschen het kapittel van Thorn en Aben inghen Slaede en Hendrik Muyssen, man van Aben's zuster Christina, betreffende Sluffkens molen, tegenover de abdij Thorn gelegen; evenzoo 27 Dec. 1477, als deze personen zich verstaan met de abdij over het onderhoud van den genoemden molen; 30 Juli 1480 als leenheer der abdis, bij den verkoop van een laatbank, gelegen te Kessenich en geheeten ‘den Ghoenen Ceenis’, door Leonard van Stockbroeck, meier van Thorn, aan Katharina van Ghoir, weduwe van Gerard Haeck van Thorn; in 1483, 's Zondags na Pinksteren, bezegelt hij het huwelijkscontract van Willem van Baerlo en Godefrida Mercator; 21 Dec. 1483 en 19 Juni 1490 zegelt hij als meier van Thorn een akte.
Zie: Jos. Habets, De archieven van het kapittel der hoogadellijke rijksabdij Thorn I, 373, 388-392, 401, 404, 408, 414, 415, 430; H. de l'Escaille, Genealogie Pollart in Publ. de la soc. hist. et arch. dans le duché de Limbourg (1896-97), 378; Publ. etc. (1879), 137.
Verzijl