genomen. Echter viel kort daarna dit gebied in handen der Engelschen (6 Sept. 1664). Sir Robert Carr stelde zich in het bezit der Delaware, vernietigde de geheele nederzetting en verdreef de ingezetenen. Hun verder lot is onbekend. Men weet alleen, dat dertig jaar later, in 1694 in Germantown (Pennsylvanië), gesticht en bewoond door Doopsgezinden uit Crefeld, een ellendige blinde man verscheen, door zijn vrouw vergezeld. Het bleek Plokhoy te zijn. Uit medelijden gaf men hem aldaar voor zijn leven een stukje land voor huis en tuin, dat voor hem gebouwd en aangelegd zou worden door Jan Doeden en Willem Rettinghuizen. In Holland was deze idealist zoo geheel vergeten, dat een zekere Abraham van Akkeren P.'s engelsche brochure als zijn eigen werk durfde vertalen en uitgeven (Amsterd. 1688), maar zoo slecht en zoo verbasterd, dat het geschrift niemands aandacht getrokken schijnt te hebben. Na drie eeuwen werd hij nog dankbaar in de Ver. Staten herdacht, toen in Sept. 1913 Dr. William Elliot Griffiths, predikant en auteur, naar de trouwzaal van het raadhuis te Zierikzee een bronzen gedenkplaat overbracht, als geschenk der nederlandsche vereeniging te Philadelphia ‘ter eere van Pieter Cornelis Plockhoy van Zierikzee, pionier eener christelijke colonisatie in America’.
De naam Plockhoy kwam in die stad en omstreken meer voor, ook thans bestaat hij nog. In de lidmaten-boeken der 17de eeuw wordt hij ook Ploquoy, Pluquoy en Pluckhoy geschreven.
Zie: Quack, Beelden en groepen (Amsterd. 1892); Pennypacker, The settlement of Germantown in het Pennsylvania Magazine of hist. and biogr. IV (1880), 34; Cassel, Geschichte der Mennoniten mehr speciell ihre Ansiedlung und Ausbreitung in Amerika (Philadelphia 1890), 59, 60; Asher, Bibliogr. and hist. essay on the dutch books and pamphlets relating to New- Netherland (Amsterd. 1868), 207; Versteeg, Twee vermaarde Zierikzeeërs in N. Nederl. in de N. Rott. Crt. van 5 Nov. 1927; naar aanteekeningen van J.C.E. Bartelds.
Kossmann