gebouwen geplunderd en door brand geheel verwoest. Het convent genoot daarop gedurende eenige jaren gastvrijheid in andere huizen der orde, voornamelijk te Luik. In 1592 ontving het van den bisschop toestemming om een nieuw klooster te bouwen in Brussel. Hoewel zulks tegen den geest der orde was, waren de kartuizers met het oog op de veiligheid genoodzaakt zich te vestigen binnen de muren dezer stad. Prior Christianus N. kocht daar een oude refugie van de abdij van Ninove en begon daar den bouw van een nieuw klooster. Bijgestaan door dom Pierre de Léon kwamen onder zijn leiding achtereenvolgens gereed de buitenkapel, de kerk, de kleine kruisgang, eenige cellen, de refter en een deel van het groote claustrum. Tijdens dezen bouw bewoonden de kartuizers een woning in de stad. Het nieuwe huis ontving den ouden naam: klooster van O.L.V. van Genade. In 1596 henoemde het generaal kapittel der orde Christianus N. tot prior van het klooster te Lier als opvolger van Antonius van den Eynde. Hij bleef het huis zijner professie besturen tot zijn dood. Hij werd er als prior opgevolgd door Godefridus van Halmael.
Naast genoemde ambten heeft hij 1573-75 als convisitator en 1575-96 als visitator de provincia Teutoniae bestuurd.
Zie: Maisons de l'Ordre des Chartreux, Vues et Notices II (Parkminster 1915), 237-243, 257-271; Maria's Heiligdommen in Nederland en België (den Bosch z.j.), 210 e.v.; Chartae Capituli Generalis Ordinis Cartusiensis (ms. Certosa del Galluzzo, Florence); A. Raissius, Origines Cartusiarum Belgi (Duaci 1632), passim.
Scholtens