[Muilman, Wigbold (1)]
MUILMAN (Wigbold) (1), geb. te Amsterdam 19 Aug. 1674, overl. te 's Gravenhage 29 Maart 1746, jongste zoon van Willem, regent van het Spinhuis en het Nieuwe Werkhuis te Amsterdam, en van Agneta Schouw Jaspersdr.
Hij studeerde in de theologie, achtereenvolgens te Amsterdam, Leiden en Franeker en werd 8 Sept. 1698 proponent onder de classis van Franeker. Hij werd predikant te St. Anna Parochie 17 Mei 1699, te Muiden 3 April 1707, te Brielle 22 April 1708, te Enkhuizen 20 Aug. 1709 en laatst te 's Gravenhage 24 Juli 1712. Hier hield hij 7 Sept. 1718 een leerrede bij gelegenheid van het afsterven op den vorigen dag van twee haagsche predikanten: Corn. Cuyk van Mierop en Jac. du Pire. Sedert 28 Januari 1731 gekweld door de gevolgen van een beroerte, verzocht en verkreeg hij zijn emeritaat en preekte te 's Gravenhage voor het laatst 19 Febr. 1736.
Hij gaf in het licht: Jacobs trouwgeval met Lea en Rachel, aantonende dat Jacob reeds in het begin en niet eerst na zeven jaren dienens met deze getrouwd is. In de Boekzaal van 1717 en 1718 plaatste hij eenige tijdrekenkundige stukken en stelde in 1719 uit naam der noordholl. synode een brief op aan de synode van de Palts, om haar af te raden den catechismus te veranderen, wat, wegens de 80e vraag, door den keurvorst werd geëischt.
Zijn leven werd door zijn zoon Willem beschreven en uitgegeven achter diens lijkrede op zijn vader.
Hij was door den kerkeraad van 's Gravenhage aangewezen voor de correctie en revisie van een nieuwen bijbel, doch kon dit werk niet volbrengen; het grootste deel van dezen arbeid werd door twee van zijn zoons, Hendrik (1) en Willem, verricht. Op het overlijden van Ds. Wigbold M. werd een gedenkpenning geslagen, waarvan men in de